Oostende in de ban het verleden

ale avond / Constant Permeke ( 1925 - ) , , hoogte , aankoop olieverf, doek, geschilderd (penseel) 0332118 , 17-34, 60-1934, SCH-1934-0060

Zal de « corona » crisis een invloed hebben op het klimaat en de productie van de hedendaagse kunst. Dat valt te betwijfelen, zeker niet wat het succes betreft van de kunstmarkt die voorheen al roodgloeiend kookte via de virtuele kanalen van aan- en opbod.
Uiteraard spelen onze grote kunst-Steden nu ietwat noodgedwongen in op het tonen van minder Oude Meesters dan voorheen de échte Oude Meesters met name en zoals Rubens, Bruegel en Van Eyck die allemaal keurig met een romige vleug toerisme de revue passeerden de vorige jaren.
Het is nu stilaan tjd geworden voor James Ensor, Constant Permeke en binnenkort het “nieuwe Vlaamse maatje” Roger Raveel in Bozar in Brussel.

Wij bezochten het splinternieuwe Belevingscentrum James Ensor in de Van Iseghemlaan in Oostende en keken en wreven onze ogen uit op een interactief parcours dat swingt van hier naar daar, trappen op en af om ten slotte pardoes, langs de achterdeur terecht te komen in het unieke interieur waarin James Ensor zo lang woonde, werkte, gasten ontving en hen op deuntjes op een gammel muziekinstrument vergastte …
Terug van een goed en degelijk in elkaar gestoken virtuele wandeling met een handige, numeriek ingestelde audio-gids komt de bezoeker dan toch nog en alsnog oog in oog met het reële werk van Meester James Ensor in twee niemendal-zaaltjes, keurig samengesteld door Ensor-expert Xavier Tricot. Misschien is het tekenend voor “onze” tijd dat er meer belangstelling is voor “beleving” – overdracht van interactieve weetjes en instant kennis.
Niet veel verder dan 10 minuten lopen is een hele vleugel van Muzee gewijd aan werk van Ensor en Spilliaert – daar zijn hele mooie werken te zien van deze twee Oostendse Meesters (meestal heerlik lege zalen zonder publiek in de rug…), gelardeerd met relevante documenten, foto’s en magazines die een mooie tijds-context bieden van “de tijd van toen” – een niet eens zo rooskleurige periode – waarin wel tal van straffe kunstwerken het daglicht vonden.
Mensen, toeristen, kunstliefhebbers worden nu verondersteld voor de kunst van James Ensor naar Muzee te trekken en om hem te leren kennen en te ‘beleven’ zich te begeven naar het nieuwe hoog-technologische belevingscentrum in, tussen en op het Ensorhuis.

Op de dijk van Oostende in de zogenaamde Venetiaanse galerijen – met aan de inkom een plompe sculptuur van Koning Boudewijn – is nu met “Over Permeke, met de klankkleur van een basviool” een goed onderbouwd tentoonstellingsparcours te zien met heel wat werk van Constant Permeke (1886-1952) – met de nadruk op taferelen die hij schilderde in en van Oostende, de stad waar hij opgroeide.
Curator Els Vermeersch verwent het publiek met heel veel tekst en trakteert de bezoeker soms ook met bijzondere kunstwerken van Permeke’s kunstenaars-collega’s Gust De Smet en Leon Spilliaert. Het expo-concept wordt zelfs cultureel opgevat met tal van interessante docu-foto’s van fotograaf Maurice Anhony en met een keuze van heerlijk weerklinkende, verpozende muziek.
Permeke wordt in kunstmiddens niet door iedereen op handen gedragen: te ruw, te expressief, te weinig vernieuwend, te donker, te hoekig, aan de lopende band geproduceerde kunst enz… zijn uitlatingen die vandaag de relatief (spot)goedkope marktprijs van Constant Permeke helpen verklaren. Een mens kan zich al voor 9.000 euro een hele mooie kleine marine uit 1912 van Permeke veroorloven – als men deze vraagprijs vergelijkt met de soms exuberante prijzen van actuele jonge kunstenaars – dan is het amper een klein denkbruggetj te voorspellen hoe deze prijzen van vandaag er zullen uitzien pakweg binnen 20 jaar.
En toch blijft er na een bezoek aan deze tentoonstelling “een gevoel” hangende dat een ultieme finesse in het oeuvre van Permeke ontbreekt.
Ik weet niet of wij vandaag in de kunst nog kunnen spreken over “iets” dat aan ons begrip ontsnapt – “iets” dat in de buurt komt van wat de kunstfilosofen doopten onder de noemer ‘het sublieme”. Permeke is fijne rauwkost; brute haring op het bord zonder verschonende tierlantijnen; kunst met beide voeten en enkels in de branding (liefst) en ver-weg van de mondaine bedoening, een aspect dat wel aanstekelijk werkte bij die twee andere Oostendse reuzen James Ensor en Leon Spillaert.
Vroeger deed ik met plezier een ommetoertje in het Museum voor Schone Kunsten in Brussel om twee monumentale Permekes te bewonderen; de golf en de boomgaard. Twee straffe op hun manier bijna éénkleurige schilderijen waarin de golf er zo bruin uitzag als een verniste Vlaamse kast – met een horizon-lijn die niet hoger kon worden geschilderd zodat “wij” als toeschouwer ons bevonden, keken en ‘verbleven’ als in een tsunami van verf. De boomgaard was gelig-groen en smeuög geschilderd; het doek straaldeéén en al lente uit in het land – een festijn van kleur die de geboorte vierde van het licht als de aankondiging van lichtrijke seizoenen.
De donkerte van de vele schilderijen in de Venetiaanse Galerijen hebben iets en doen iets met ons kijken – je moet als het ware actief links en rechts bewegen met de ogen om soms hooguit een soort schaduw-glimp op te vangen van die “duistere” composities. De lichtinval en de manier waarop wij al bewegend de schilderijen benaderen veroorzaken een geduldige ontsluiting van dit soort weinig opgewekte schilderijen. Dat zijn op zich nog geen voldoende redenen voor het verlenen van één of andere esthetische kwaliteit maar dit soort schilderen zorgt alvast voor een actief uitlokken van een geconcentreerd kijken – of beter van een bespieden van een schilderij.
Naast de vele hoekige, expressieve maar steevast en in se haast ‘abstracte’, emotieloze portretten van vissers, hun vrouwen en families – haast allemaal gehuld in “gerookte” kleuren waarin letterlijk de geur van armoede, ontbering en verbetenheid dwaalt – blijft het een plezier om de marines van Permeke tot en in zich te nemen. Permeke die op de arme Ooster-oever woonde, een wijk die nu app-gewijs opnieuw tot een wijk wordt ontwikkeld voor de beter gegoeden onder ons – kocht een boot, “de zeeuw” waarmee hij de zee introk zoals hij dat ook meermaals deed op vissersboten.
Dat verklaart de reden waarom de marines “van binnenuit” werden geschilderd en niet van op de veilige oever zoals Ensor en Spilliaert de zee bekeken en artistiek vastlegden.
Met woeste stroken, strepen en accenten wist hij zowel het koloriet van de kalme als van de stormachtige zee in de verf te duwen. Marines zijn voor iedereen wonderbaarlijk – het zijn spiegels van een soort einder die een finaal einde suggereert. Marines beroeren iedereen en het moet gezegd worden dat zowel Ensor, Permeke en Spilliaert bijzonder goed met de zee omgingen.
En toch blijft het bij Permeke krachtige en vanuit het lijf bedongen schilderkunst; hij beweerde dat in een soort statement dat opgaat voor zijn gehele oeuvre: “Ik schilder niet zoals ik zie maar zoals ik meen gezien te hebben”.
Met de titel van de tentoonstelling “Over Permeke, met de klankkleur van een basviool” verwijst curator Els Vermeersch naar een citaat uit de tekst van Permeke’s vriend Karel van de Woestijne uit 1924 en de curator heeft het bij het rechte eind als ze in haar inleiding in de puike catalogus schrijft dat “de literatuur misschien wel het beste antwoord biedt op het beeld dat eigenlijk niet te beschrijven valt”.

Ja, de wat af-tijdse lokalen van de Venetiaanse Galerijen lenen zich perfect voor de presentatie van schilderijen en de introductie van weinig bekend werk van zijn vrienden/tijdgenoten zoals Leon Spilliaert, Gust De Smet, Frits Van den Berghe en Oscar Jespers. Deze relevante toevoeging toont de verschillen en affiniteiten in alle toon- en kleurwaarden.
De mooie, rustige muziek in de grote concert-achtige expo zaal zorgt daarenboven voor een soort positief auditieve pointe bij het bekijken van de kunst tegen de muren. Deze expo In de marge van de musea is in een niet museale context zeer zeker een aanrader en een bezoek waard voor wie na een ijsje, pannenkoek of garnaalkroket op de dijk oa de zee wil zien en beleven doorheen de ogen van Permeke.

Foto Lili Dujourie

Wat verderop in het “Het Spilliaert Huis” stelde curator Joost Declercq een fijne groeps-expo samen met het werk van 5 kunstenaars onder de titel “Before the Wave”. Het inhoudelijk concept is heel eenvoudig: het capteren van de stilte voor de storm. Joost Declercq: “De titel refereert aan een werk van Leon Spilliaert uit 1908. Twee meisjes wachten vol spanning aan de rand van het strand op de komende vloedgolf”.
Joost Declercq vervolgt “dat er niets veelzeggender is dan de stilte”.
Dat probeert hij het publiek beeldend diets te maken met werk van Leon Spilliaert, Jan Vercruysse, Lili Dujourie, Luc Tuymans en de minder bekende Cris Brodahl. Naast het bekende werk van Tuymans “Duif” is het hier vooral genieten van onbekend werk van Spilliaert waarbij vooral een ‘wulps’ portret opvalt van een zwarte vrouw.
De unieke foto-lithos van Jan Vercruysse houden heerlijk stand in de tijd en de mooie zacht-erotisch geladen beelden van Lili Dujourie schikken zich geruisloos (of niet) in het concept van de curator. Heerlijk is en blijft het uitzonderlijke film-interview dat wijlen Jef Cornelis maakte met Jan Vercruysse. Jan Vercruysse poseert in deze film als een figurant in een Oud schilderij en wikt en weegt zijn woorden die fascinerend badineren over ideeën omtrent kunst die vandaag zich loodrecht gedragen tegenover de massa actuele kunst, gebaseerd op toevalligheden, anekdotes, vervelende herhalingen of doortrapte politiek-correcte reportages.
Jan Vercruysse was een meester in het zacht provoceren van kunst die ‘in’ zichzelf naar essenties zocht en waarbij de stilte het ultieme antwoord bleek.
Als slot nog eens curator Joost Declercq: “Het geruis bij het kijken verdwijnt door het gluren naar ‘het kijken’, een poëtische zoektocht naar de waarheid achter de schijn”.

Luk Lambrecht

Over Permeke, met de klankkleur van een basviool” nog tot 8 november in de Venetiaanse Galerijen Hoek zeedijk – Parijsstraat
&
“Before the Wave” nog tot 11 oktober wat verder op de dijk in “Het Spilliaert Huis” aan het uiteinde van de Venetiaanse Gaanderijen.

Soyez le premier à commenter

Poster un Commentaire

Votre adresse de messagerie ne sera pas publiée.


*


Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.