Licht is alles

Róza El-Hassan, Lichtmahl, 1996 © Andrea Anoni

Villa Empain, Brussel 

> 31.01.2021 

Het is een “Luminous” idee van onze geliefde Villa Empain om in een periode waar het licht als het ware een zoet-houder is geworden om de sociale cohesie tussen ons alsnog wat moed in te praten – een tentoonstelling samen te stellen die gericht is op licht als materie van en voor kunstwerken. 

“The Light House” is een onderhoudende tentoonstelling geworden met “ups & downs” en iet wat te hoog gegrepen doelstellingen, gecomprimeerd op ‘the floor” van een uit de voegen getreden first class (*****) Villa. 

Nogal wat curatoren vertonen de neiging om een tentoonstelling te beschouwen als een volle salami-worst om ze per slot van rekening hapklaar te serveren door er schijfjes van te maken.

Deze tentoonstelling lijdt aan een zelfde syndroom. De expo bestaat uit secties zoals “Hemels licht”, “Troebel licht”, “Lofrede van de schaduw”, “Het gebruik van neon”… 

Dit soort curateel uitgangspunt vernauwt het kunstwerk tot een categorie; tot een zeer gerichte en bépaalde manier van kijken, denken en interpreteren of … neutraliseert niet zelden een “kritisch” kunstwerk tot één van de smakelijke schijfjes van de aanlokkelijke salami. 

Maar, “be sure” – deze tentoonstelling is wél een plezier om er langsheen te flaneren. 

Er is kunst te zien van gevestigde, internationale namen naast kunst van jongere kunstenaars vanuit alle hoeken van de wereld. 

De teksten in het publieksboekje zijn ‘op de rand’ geschreven, waarin kunstwerken verworden tot cultuur; een reden te meer om heel wat educatieve informatie in onze kunsthuizen op de korrel te nemen. Een tip is dan ook dat je dit soort teksten niet altijd vooraf moet lezen maar eerder “achteraf” waarin niet zelden een spanningsveld zal opduiken tussen de uitleg en de persoonlijke ervaring/kennis.

Heel intelligent is dat de expo opent met een complex-filosofisch werk “ON COLOR (RED)” uit 1990 van de slimme Amerikaanse concept-artist Joseph Kosuth (1945). Met deze rode neon die alleen bestaat dankzij een externe elektrische energiebron, gaat hij in op het “specifieke” van het begrip kleur die wij inderdaad niet beschouwen als een concreet iets maar als een soort “vlies”dat zich hult en ontfermt over de materiële objecten in de wereld. Dit is echt een straf werk van Joseph Kosuth; spijtig dat de Villa niet de gehele reeks kon tonen met de tekst in witte, groene, blauwe, gele en rode neon zodat de zichtbare realiteit die bestaat uit al deze kleuren via deze perceptueel-efemere werken (conceptueel) “wereld”-aanschouwelijk ware geweest. 

Meteen achter de muur van Joseph Kosuth wordt het publiek verblind door een soort hoog oplopende minaret van de Marokkaanse Mounir Fatmi (1970), een werk dat bestaat uit honderden neonlampen waarop verzen van de koran in het engels en arabisch zijn weergegeven. 

Het is spectaculair en een artistiek huzaren-stuk dat weliswaar blijft steken in de cliches van de Islam dat “een God” niet kan/mag worden afgebeeld. 

Het overrompelende licht verhindert hier letterlijk een aardse lectuur…

Vanaf hier wordt de bezoeker begeleid in een streng te volgen parcours; kamer na kamer worden kunstwerken “uitgelicht” waarin het licht één of andere (bij)rol speelt. 

Dat doen de schitterende werken van Ann Veronica Janssens (1956) en James Turrell (1943) perfect met het in of uit schaal brengen van ons “kijken” dat wordt getest, op de spits gedreven en voor verwarring tot op een punt waar het mentale en zelfs het spirituele het normale kijken overneemt. De Duitse kunstenaar Thomas Schütte (1954) is er ook bij met de editie “Reserve” dat perfect wordt getoond in de luxueuze badkamer. Twee gloeilampjes gemaakt van beter Chinees keramiek liggen in een houten kistje; mij doen de lampen méér denken aan zeep en aan processen van reiniging, kenmerkend voor heel wat kunst die met minimal te maken had. 

De Villa doet ons zelfs geloven dat het hier gaat om een “delicaat vogelnestje” en dat doet ons dan weer denken aan hét nestje van Guillaume Bijl met biljartballen in plaats van eieren en aan het ultieme kunstwerk rond licht met name Bijl’s lampenstand/lustrerie die hij tot ieders verbazing monteerde op Art Basel 84 en die hier in de Villa in feite niet mocht ontbreken. 

Pal naast het werk van Thomas Schütte is een regelrecht historisch werk te bewonderen van de Franse kunstenaar Martial Raysse (1936) die al in 1962 ‘schilderde’ met neon-licht. “Gordon Cooper” (1963) is een schitterend werk rond de gelijknamige astronaut in een tijdperk waarin de wedren van de mens naar de ruimte via de toen zogeheten Grootmachten volop aan de gang was. Dit mixed-media portret is straf en een vermenging van zeefdruk, on-aardse, felle kleuren (astronaut..) en licht ! Een andere vanitas-licht-sensatie is van de hand van Roza El-Hassan (1966) die op een tafel een mysterieus stilleven presenteert met écht fruit in een compleet donkere kamer waarbij het publiek stilletjes deelachtig wordt van vergankelijkheid en verderf – verpakt in een hint naar de 16 eeuw genre-schilderkunst. 

De Koreaanse Kimsooja (1957) presenteert een nieuwe versie van “to breathe”. Ze installeerde een krachtige spot aan de overkant van het zwembad van de Villa die licht projecteert op het frontaal gelegen centrale venster bedekt met fragment-genererende folie. Binnenin wordt het versplinterde licht een haast minimaal ‘regenboog’-patroon dat permanent verandert als men er langsheen wandelt. 

Het is een mooi en perfect in de Villa functionerende interventie die het thema van de expo alle eer aandoet en de verschijningsvorm overlaat aan de flanerende bezoeker .

Luk Lambrecht

Soyez le premier à commenter

Poster un Commentaire

Votre adresse de messagerie ne sera pas publiée.


*


Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.