nog tot 04.09.2022
“Over grenzen” is dit keer de titel, na de spraakmakende editie “
Vrijheid Vandaag” (2019) van Curator Hans Theys van het
kunstenfestival in het schilderachtige Nederlandse grensdorp Aardenburg.
Deze editie sluit qua thema wat aan bij de vorige omdat de vrijheid
van de één eindigt bij de grens door en van een ander.
De Belgische curator Benedict Vandaele pakte alles mooi, ordelijk en
goed georganiseerd aan zowel qua publieksvriendelijk parcours als qua
tekst én boekje die deze wandel-expo begeleiden.
Het is opmerkelijk dat het artikel van de curator vooral handelt over
de recent-politieke aspecten van de notie grens en daaraan niet meteen
iets inhoudelijk koppelt van hoe kunstenaars via de artistieke arbeid
hun kunst en andere grenzen (kunnen) ontstijgen en/of (willen)
doorbreken.
Op een paar uitzonderingen na is de expo heel braaf aanwezig in het
residentiële, vrede-volle dorp, waar een aantal werken zelfs veilig en
mooi beschut en beschermd te zien zijn achter de vensters van huizen.
De expo is blijkbaar door omstandigheden niet meteen de volle keuze
van de curator en dat verklaart deels de onsamenhangendheid en
schraalheid op bepaalde locaties.
Kortom na een bezoekje aan deze tentoonstelling hou je zeker geen
onwennig gevoel over en wordt het thema van deze wandelroute zonder
mede-weten van de titel niet écht voel-, laat staan ervaarbaar.
“De deelnemende kunstenaars en collectieven van KFA22 zijn bijzondere
getuigenissen van de huidige tijdsgeest. Zonder enige twijfel zal
ieder kunstwerk door zijn vorm en concept een eigen plaats innemen in
het (kunst)historisch continuüm”. Zo klinkt het in de inleidende tekst
van het mooi ogend uitgegeven boekje.
Dat de tentoonstelling ook deels (en niet te verwarren) in het wat
verderop gelegen Belgische (gehucht) Middelburg wordt georganiseerd,
brengt niet meteen iets bij tot één of andere bijkomende puntige
gedachte “over grenzen” – op uitzondering van wat geschiedkundige
details, (verdienstelijk) bij elkaar gesprokkeld door een lokale
heemkundige kring.
Wat ook opvalt is dat veel kunstenaars amper één relatief klein werk
stuurden naar deze tentoonstelling en soms niet een recent werk én dat
is het geval met de kunst van Nadia Naveau, Johan Tahon, Anton
Cotteleer Philip Aguirre y Otega en Xavier Noiret Thomé.
Dat doet er (echter) niet meteen toe maar accentueert hier en daar de
schraalheid van deze editie, waar de ticket-kaart soms moet worden
afgestempeld voor werken die quasi “openbaar” te zien zijn.
Ontdekkingen blijven sporadisch haperen tussen de werken van de min of
meer bekendere kunstenaars die een bepaald en beter geïnformeerd
publiek al eerder wist te waarderen.
Jorieke Rottier is aanwezig met een badinerend-zwevende installatie in
een schuur gemaakt van banaal inpak-plastic die zij op een gevoelige
manier bewerkte met nylondraden en tekst. Het is een meditatie-
opwekkende installatie ontstaan uit een artistieke opwelling over
gedachten zoals energie, eenzaamheid etc … allemaal overwogen in het
verlengde van de covic-crisis.
Manjot Kaur valt op met kleine, fijne schilderijen waarin haast super-
surreële taferelen voor ons oog deinen, gebaseerd op bedreigde
vogelsoorten gewrongen in fabels waarin hybride wezens zich wentelen
en vervellen tot aanstekelijke tekens van genot en vruchtbaarheid.
Ex-Hisker Nelleke Cloosterman is hier met één groot schilderij “Hole-
making”, waarin ze ‘synthetisch’ de tijd verwerkt en opwekt van
donker- tot lichtblauw en de afgebeelde vogels als nomadische tekens
koppelde aan het het thuisland van haar ex-collega’s op het inmiddels
en nog steeds belaagde HISK in Gent.
Wel jammer dat het werk van de pas Hisk-afgestudeerde Dries Boutsen
nog niet te zien was tijdens ons bezoek op 05.08.2022.
Zoals eerder genoteerd, blijft deze editie overeind met het werk van
de meer bekende kunstenaars.
De in ons land vrij onbekend Navid Nuur is één van de weinigen die op
een frisse manier nadacht over het begrip grens en dat doet hij via de
creatie van een postkaart.
Wie zelfs niet naar Aardenburg kan, kan wel via zijn website
(navidnuur.net) het kunstwerk per post laten opsturen. Het werk
bestaat uit een “one line poetry” wiens inhoud elke grens ontziet en
als prentkaart de herinnering in zich houdt van talige grenzeloosheid.
Sven ‘t Jolle plaatste naast de Protestantse kerk – met erin een mooi
gepresenteerd ensemble keramieken van Maen Florin – een variant van
zijn Beaufort-bijdrage.
“Citizenship (Protect your loved ones) uit 2016 bestaat uit een met
prikkeldraad beschermd plastieken zwembadje dat bruinig en desolaat in
verval oogt. Het is één van de weinige scherpe beelden op “Over
Grenzen” dat letterlijk ‘toeslaat’.
Dat doet ook Folkert de Jong met “Wormwood” (2018), perfect
geïnstalleerd in een vervallen garage. Een complexe mechanisch
aangedreven beeldengroep met telkens een lijdende kruis-loze Christus
gaat door merg en been en benodigt niet eens veel woorden en uitleg
die je wel kunt lezen in het boekje. Mooi is ook dat de titel
“Wormwood” ook verwijst naar een album van één van de meest radicaal-
anoniem opererende Amerikaanse bands: The Residents.
Maria Roosen wordt wellicht met stip het lievelingswerk op deze editie.
Het verlaten en vervallen huisje op de Markt deed haar denken aan
oorlog en om deze idee te ontdubbelen bedacht ze gevel en dak vol
kleurrijke objecten van (breekbaar) glas die allemaal verwijzen naar
huiselijkheid en sex.
Haar “First Dog” is letterlijk een blikvanger en doet ook erg denken
aan een interventie van wijlen Bas Jan Ader die op een dak van een
huis al zijn kleren (All my Clothes) “positioneerde” en publiek te
kijk presenteerde.
Schilder Koen van den Broek had het lichtende idee om in een ordinair
kerkje aan de rand van de gemeente Aardenburg zijn fabuleuze reeks
“The Land of Milk & Money” te tonen in een ruitvormige parade waar de
vier zeer monumentale werken rusten/zweven op houten sokkels.
Let de op d seculiere titel; de bijbelse utopie en diens geloof in
honing is al lang aan diggelen geslagen en ‘money’ neemt nu als
‘gouden kalf’ regulier de plaats in.
Koen van den Broek is al heel lang gefascineerd door het Amerikaanse,
wijdse landschap dat bij hem niet zelden baadt in een weergaloos
woestijnlicht dat de idee van tijd- en plaatsloosheid in de verf zet.
Koen is een on-vlaamse schilder; hij zoekt de grauwheid niet op zoals
velen oa Luc Tuymans dat wel deden. De enorme “vrije” verfpartijen
schitteren in een zwierig kleurgebruik en geven de essentie weer van
de leegte en haar als landschappen gedefinieerde omgevingen.
Slaphangende palmbomen in een overbelichte schrale context; de
contouren van een zeehut aan de oceaan; oliepijpleidingen die het
schilderij betekenen met tegelijk een abstracte compositie en een
knoert van een cliché-beeld van een palmboom, geschilderd in een
sunset die de concurrentie aankan met een reële zonsondergang is het
‘open’ narratief van de vier schilderijen.
Ja, Koen van den Broek schittert hier met een “verhaal” dat actueel
zal blijven – een verhaal waar geen mens en grens te bespeuren valt en
waar het materieel gewin van die mens zich prijsgeeft in het
exploiteren van olie en van dromen die de meesten kennen van posters
met palmbomen, getailleerde vrouwen in badpak, waarmee ook truckers en
garagisten maar al te graag mee uitpakken. Da is soms een grens van
een droom voorbij.
Luk Lambrecht.
Poster un Commentaire