Zonder Monschau en Marl was er geen sprake Skulptur Projekte Münster
(Kasper König)
de tijd loopt en staat in Münster om de 10 jaar hard stil
Om de 10 jaar wordt het kunstpubliek geconfronteerd met de tijd en de eigen geleefde tijd. Skulptur Projekte Münster ontstond pas in 1977 toen de grote rebellie in de kunst al goed en wel voorbij was en de restauratie en “de retour” van de kunstenaars richting ‘veilig’ museum werd ingezet.
Het was een periode waarin embryonaal de eerste kiemen merkbaar waren voor een massaal bouwen van nieuwe musea in het licht van stadsvernieuwing en city-marketing.
Münster is een zielsmooie, groene, propere en “betere” tuin-stad waar het verkeer wordt gedomineerd door fietsers op de zalige panorama-fietswegen. Münster was in 1977 een oord van projecten; d.w.z. dat de kunst in een urbane, publieke context volop werd (uit)getest.
Het strafste voorbeeld hiervan was de bijdrage, niet minder dan 4 edities lang – van wijlen de Amerikaanse kunstenaar Michael Asher die gedurende de duur van de de tentoonstelling telkenmale een simpel en volks caravannetje plaatste op “sociologisch” heel goed bedachte locaties in en rond de stad. Met het verloop van de decennia was het mooi om zien hoe de stad Münster evolueerde, van uitzicht veranderde en in die mate zelfs dat het niet meer mogelijk was de caravan hier of daar te plaatsen omdat er op die plaats iets werd bij-gebouwd of zo …
Michael Asher had het allemaal heel goed bezien; hij maakte geen opzichtige, autonome sculptuur maar beschouwde een toeristisch-nomadisch ding als een caravan als een sculptuur.
Wellicht al een eerste serieuze vingerwijzing naar het oprukkende kunsttoerisme met vandaag alle gevolgen van dien! In Münster verwachten ze niet minder dan 600.000 (fietsende) kunst-toeristen en in Kassel op een zelfs omstreden editie 14 van de documenta, zal op amper 100 dagen de kaap van 1.000.000 bezoekers worden gehaald.
En toch is Münster, wie er de nodige tijd voor neemt en (soms) het nodige engelengeduld – een project waarin editie na editie een mens de tijd en haar geest voelt veranderen doorheen de projecten die minder en minder van doen hebben met het begrip “sculptuur”.
Het is ook een vaststelling de ongelijkheid (zoals in de civiele wereld) te zien in Münster tussen de “rijke” en goed door bemiddelde galeries gesteunde kunstenaars waarbij opvalt dat deze bekende kunstenaars zich terugtrekken uit de openbare ruimte. De peperdure werken van Pierre Huyghe (in een voormalige ijspiste) en Gregor Schneider (in LWL-Museum) hebben an sich niets meer te maken met Skulptur Projekte en leven en autonoom bestaan, absoluut niet gelieerd aan (de geschiedenis) van Skulptur Projekte en niet aan de stad Münster.
De krapte van het toegekende budget aan niet meteen aan commercie gelieerde kunstenaars is meteen merkbaar in de bescheiden maar daarom niet minder relevante werken van kunstenaars zoals John Knight en Joëlle Tuerlinckx.
Een meesterlijke en eerlijke “zet” van Kasper König
Kasper König is de godfather van Skulptur Projekte; één van de super-curatoren in de rij zoals Harald Szeemann, Rudi Fuchs en Jan Hoet …
Kasper König is een exponent van een generatie die nog autoriteit kon uitstralen en teweegbrengen, in een kunstwereld die zich nog volop bekommerde om de zogenaamde NATO-kunst omdat “hun” wereldbeeld Amerikaans-Europees was gericht.
Vandaag zijn er geen gidsen meer zoals het geval bij de geciteerde curatoren. Dit is trouwens niet meer mogelijk met het ontstaan en bestaan van het internet en de toenemende numerieke belangstelling voor kunst een cultuur – zowel qua aanbod als vraag – bezien als onderdeel van globale lifestyle én kunst en cultuur als mondiaal fonkelend spektakel-fenomeen.
Dat Kasper König nu een jumelage aangaat met de onbekende stad Marl is uiterst intelligent. Zowel in Marl met de expo “Stadt und Skulptur’ als in Monschau met “Umwelt Akzente – die Expansion der Kunst” werd in het jaar 1970 de basis gelegd voor het latere Skulptur Projekte (pas) in 1977.
In Monschau werd in 1970 geschiedenis geschreven via curator Klaus Honnef die in dat pittoreske Monschau de kunst losliet van ondermeer Daniel Buren, Lawrence Weiner, Günther Uecker, Klaus Rinke, Jan Dibbets en de Belg Jef Verheyen ! In het rijke Marl – een bizarre stad in 1936 ‘gesticht’ door de Nazi’s als een “pendant” van chemie-industrie – werd in de jaren vijftig een compleet nieuwe stad opgebouwd op basis van de plannen van de Nederlandse architecten Johannes Hendrik Van den Broek en Jacob Berend Bakema die zich ook bezighielden met de heropbouw van de compleet verwoeste stad Rotterdam.
Marl is nog steeds een straffe stad met nu een relatief arme bevolking die paradoxaal leeft in een moderne omgeving waarvan de versteende sociaal-utopische idealen al een hele tijd zijn verdampt…
Het stadhuis is ronduit imposant en op historische foto’s zie je hoe het plein en de boulevard naar het koopcentrum toe heel nauwgezet was voorzien van de beste kunst. De SPD had het er toen voor het zeggen en wist dankzij de welvaart uit chemie en steenkool er een urbane visie op na te houden waarin de moderniteit van de omgeving werd geaccentueerd via ‘visionaire’ moderne kunst.
De stad kocht meesterwerken van ondermeer Giacometti, Rodin, Arp en Zadkine … Vandaag is het wat ongewoontjes hier te lopen in een haast nostalgische site waar moderne kunst perfect is geïnstalleerd en waar overigens ook de allereerste Volkshogechool werd georganiseerd.
Het paste allemaal zo goed en mooi in een algemeen pedagogisch politiek project van verbreding en algemeen wel-zijn.
Dat Kasper König besliste om samen met Marl-curator Stephan Wolters een krachtdadige dialoog uit te lokken tussen Marl en Münster zorgt voor heel wat moois en maakt Skulptur Projekte Münster nu nog meer relevant.
De fameuze neon “Angst” (1989) van wijlen Ludger Gerdes verhuisde van Marl naar de gevel van het winkelcentrum recht tegenover het centrale museum in Münster. Nora Schulz verplaatste de heerlijk abstracte, vederlichte stalen klein-sculptuur van Olle Baertling naar de hall van het Museum in Münster en Nicole Eisenman versleepte een aantal van de stenen kussen-zitjes van Marl naar de omgeving van haar fontein in Münster.
Omgekeerd werd het fietsen-monument van de Amerikaan Richard Artschwager uit 1987 naar Marl overgebracht, waar het er nu minder opvallend staat achter het binnenkort te renoveren Skulpturenmuseum Glaskasten dat huist in het Rathaus, als een mooi collectief teken qua respect tussen kunst en (plaatselijke) politiek. In dit glazen en vrij toegankelijk museum zijn nu tal van maquettes te zien van belangrijke kunstwerken in Münster. De maquettes van Sol LeWitt, Isa Genzken, Claes Oldenburg, Thomas Huber, Ludger Gerdes, Jorge Pardo .. geven een mooi inzicht in de denkwijze van de kunstenaars. Aan de inkom die “een zaal” werd door een stuk met glazen muren af te sluiten, presenteert Dominique Gonzalez-Foerster de machtige maquette van haar bijdrage uit 2007 “Roman de Münster”. Toen toonde ze op een aflopend stuk gazon kleinere versies van belangrijke sculpturen uit de geschiedenis van Skulptur Projekte; hier in Marl toont ze daarvan een nog een kleinere reductie in de vorm van piepkleine maquettes. Het siert Dominique Gonzalez-Foerster het concept uit 2007 nu 10 jaar later op verplaatsing in Marl op een even krachtige en transparante manier te presenteren.
Eerst was er de idee om de “fameuze” Kersenzuil van Thomas Schütte te verplaatsen naar Marl – dit leek technisch geen goed idee. Thomas Schütte zette nu op een sokkel van beton van 10% hoger dan de zuil in Münster … een nieuwe weergaloze, blinkende sculptuur met een versneden meloen hoog op de sokkel. Het is een sculptuur die pal op de grens staat tussen parking en een park dat ooit een kerkhof was én dat schitterende werken huis-vest van onder anderen Ilya & Emilia Kabakov, Jochen Gerz, Bogomir Ecker en Ian Hamilton Finlay.
Dé verrassing in dit kerkhof-park is de radicale bijdrage van Joelle Tuerlinckx aan Skulptur Projekte. Eén lijn van kalkspray van pal 200 meter lang splijt zich door deze “gewijde” vlakte zonder maar een boom of een sculptuur te raken ! Elke dag om 10 uur wordt de witte lijn opnieuw getrokken als een ritueel tot en met 1 oktober als Skulptur Projekte de deuren sluit…
De titel van het werk “TAG” is uiterst poëtisch en verwijst zowel naar een ‘tag’ als naar het dag na dag hernieuwen van de witte lijn als een ritueel en een performatief teken zonder expliciete inhoud of boodschap. De lijn is een sculptuur; ze hobbelt over het gras en duikt lichtjes in het kruisende wandelpad – de lijn volgt de bodem en haar structuur en snijdt als een mes in het park met alle bijgedachten vandien.
Joëlle Tuerlinckx brengt in de context van Skulptur Projekte zeker en vast een eenzaam hoogtepunt – zonder veel middelen weet ze de ziel en het hart te beroeren in een “diepe” nadenkendheid” over het verdampende effect van alles wat is en ons omringt – zoals de architecturaal vergane idealen ‘in steen” van de stad Marl – waar één en ander tot een onrustwekkende stilstand is gekomen.
Het deel in Marl kreeg als titel “The Hot Wire” – het is een uiterst mooie concrete titel alsook een allusie op dé politieke telefoonverbindingen die kunnen beslissen over vrede en oorlog…
Luk Lambrecht
Poster un Commentaire