Otobong Nkanga actualiseert op een radicaal poëtische manier het Brugse Sint-Janshospitaal
De Belgisch-Nigeriaanse Otobong Nkanga (1974) opent tentoonstelling na tentoonstelling grote ogen en open vraagstellingen over ‘waarmee’ de mens zonder onderscheid existentieel te maken heeft. Zij maakt prachtige, ontroerende tentoonstellingen (overal ter wereld) en weet met haar gedachtengangen waar dan ook een zeer ruim publiek in de ban te houden.
Reden: zij is één van de weinige kunstenaars die niet mee-loopt in het produceren van kunst die een soort van politiek-historische correcties betracht van wat tot vervelens toe wordt aangekaart over de voorbije scheef-trekkingen op alle vlak. Dat de kunstgeschiedenis binnenkort op de intense kritische research-golven zal worden herschreven is al een hele tijd een vaststaand feit.
Wij leven inmiddels in een tergend speculatief MIC (Museum Industrial Complex – cf Grace Ndritu) waarin zelfs performance het format aanneemt van spektakel en waar de kunst in de meeste gevallen verzandt in lokale verhalen en ‘interessante’ anekdotische toespelingen.
Sedert het begin van de vorige eeuw begonnen heel wat kunstenaars zoals ondermeer Malevitch en Kandinsky te beseffen dat ze altijd met hun kunstwerken het zouden, moeten afleggen tegen de druk van de tijd en die druk is met de geavanceerde technologieën en communicatiemiddelen nog mateloos verhoogd. Beide geciteerde kunstenaars reduceerden hun werk tot spiritueel ‘omgeven’ schrifturen die de essentie weergeven van het artistieke bezig-zijn zoals het maken van een vierkant of composities met lijnvoering en kleur in te voeren zonder figuratie.
Het ontnuchterend besef van de kortstondigheid van een kunstwerk maakt de druk op de kunstmarkt uiterst nerveus. Veilinghuizen en dure kunstmarkten canoniseren met man, vrouw en macht wat te redden valt van de laatste avant-garde van het einde van de vorige eeuw en recupereren hier en daar het liefst reusachtige werk van actuele kunstenaars die zich gedwee laten recupereren via de world-wide opererende galeries die nu ook méér en méér de legaten van referentiële kunstenaars in handen krijgen.
Niet voor niets worden ook onze musea nerveus en zijn ze verplicht de notie museum fundamenteel te herdenken of… tentoonstellingen te organiseren die gepatroneerd en bij gevolg ook financieel en inhoudelijk gecontroleerd worden door de sterk aangroeiende club van groot-kapitaal-krachtige internationale galeries.
Het is een trend die niet te keren is; de kunstmarkt volgt de economie en die is nu mondiaal en haast uniform geworden zoals wij overal Starbucks Coffee drinken…
Deze intro is van belang om meteen de essentie van het oeuvre van Otobong Nkanga te situeren als een pharmacom; als een retour naar een vergeten bewustwording van waar wij als mens afkomstig zijn. Het werk van Otobong Nkanga is één lofzang aan een bewust circulair denken over het feit dat wij als mens een schakel zijn in een proces van materialiteit dat niet op zichzelf laveert maar “inter-dependent” is met de natuur, het landschap en zelfs met de meest duistere bodems van de oceanen.
De zichtare wereld is geproduceerd in “cast-iron values” maar wij vergeten wat er onder onze voeten gebeurd. In de aarde zijn met uiterst lange tijd-perspectieven onzichtbare transitie-processen aan de gang die zich (kunnen) kristallieren in nieuwe mineralen en … door de hebberige mens massaal geëxploiteerde gesteenten die de wereld dienen en tegelijk verstoren en vernietigen. Otobong Nkanga zet dit denken op een kritische manier in scène maar doet dat nooit ruw of rauw; zij verzet zich via de creatie van een nieuwe beeldtaal waarbij het opwekken van artistieke innovatie wordt gekoppeld aan het doorbreken van de ingebakken vormen van routine-besef die de onbewust ervaren vanzelfsprekendheden bij de toeschouwer “tactiel” problematiseert.
Otobong Nkanga doet dat met oeverloze, straffe kunst waarin zij haar “ingrediënten” niet lineair in stelling brengt maar wel via de productie van beelden die zich genereren vanuit een poëtische strategie. De poëzie is in haar oeuvre een constante ‘beschrijvende” rode draad – het is haar manier om urgentie op te roepen bij een attentief publiek.
Zorg dragen en herstel in de beide betekenissen van het woord doorkruisen haar oeuvre waarin zij letterlijk denk-ruimtes weeft in soms gigantische wandtapijten, die magische landschappen worden en die energie uitstralen door het gebruiken van minerale middelen en zelfs van de introductie van levende planten.
Een mooi voorbeeld van het in materie converteren van de notie “zorg” was haar bijdrage tijdens Documenta 14 in Kassel en Athene waar ze 15.000 stukken zwarte zeep mét leesbare poëzie (erin) produceerde uit meerdere mediterrane oliën én water zoals ze dat zag en leerde van haar moeder.
Zeep – dat ze in Kassel tegen een zacht prijsje verkocht in de vorm van een intieme en haast dansante, “wandelende” performance – als reiniging van ‘body & soul” is vergelijkbaar met het effect waarmee ze de dialoog aangaat van kunst met het publiek dat in Brugge in één van de oudste hospitalen van Europa, het Sint-Janshospitaal – ook alle informatie van de kunstenares genereus wordt toegeschoven via tekst, video en QR-codes.
Wat Otobong Nkanga in Brugge realiseerde is een ware krachttoer, alsook van de curator Michel Dewilde en zijn krap team !
Recent spreekt men met graagte over trans-historische musea en tentoonstellingen.
Projecten waarin kunstwerken uit uiteenlopende periodes bij elkaar worden gezet om naar alle waarschijnlijkheid een soort van historisch dobberende evolutie van de kunst aan te tonen of toch op zijn minst tippend aan te stippen.
Otobong Nkanga speelt dat spel niet meteen mee; zij zet het steen-oude gebouw met wonderbaarlijke zolder naar haar hand en laat het gebouw ‘trans-historisch’ spreken vanuit haar oeuvre. Dat lukt haar in Brugge dan ook wonderwel, alhoewel ze er ook voor koos op één donkergroene muur op zolder tal van kunst en andere objecten te presenteren die ze in de Brugse collecties opzocht en vond. Kunstwerken en objecten die haar ideeën over het éénzijdig vanuit Afrika plunderen van grondstoffen kracht bijzet. Zij presenteert tegelijk historische ‘documenten’ waaruit blijkt hoe de mens van weleer medicinale kracht putte en filterde uit allerhande (geneeskundige) planten. Buiten het hospitaal aan de fabuleuze apotheek, groeien nog steeds geneeskrachtige kruiden die Otobong Nkanga verbond met haar uitmuntende poëzie.
Het is ontroerend hoe zij hier kruiden en haar poëzie naast elkaar beschouwt als helende middelen voor een mens op den dool .. fyziek én/of mentaal.
Otobong Nkanga maakte op de gelijkvloers een weids en vrij te doorkruisen parcours van een aantal eilanden; als een archipel (cf Edouard Glissant) waarin alle denkbeeldige zintuigen van het publiek aan bod komen. De afgeboorde eilanden zijn gevuld met hagelwitte keien – waarop objecten liggen met als inhoud ondermeer geurige olieën, al dan niet rustend op tapijten met motieven van geneeskrachtige gesteenten die als tactiel-prikkelende constellaties niet zelden verbonden zijn met stevige scheepstouwen. In die eilanden die in hun witheid als het ware de hybride architectuur van het Sint-Janshospitaal aan elkaar houden, wordt een fikse dialoog aangegaan met de oude schilderkunst die toentijds voluit werd ingezet als visuele taal voor de ongeletterden die soelaas en troost vonden in de afgebeelde Heiligen zoals Sint-Ursula in haar fenomenaal schrijn (1482-1489) legendarisch geschilderd door Hans Memling. De Heilige Ursula die zich barmhartig ontfermde over een zachte dood. Een ander merkwaardig anoniem schilderij in deze fascinerende archipel dat zij in het hospitaal liet hangen is “De anatomische les”(1679) dat als een ‘in between’ beeld fungeert van hoe de onderzoekende mens via een dood lichaam van wellicht een ter dood veroordeelde – de kunde opdeed om het leven (later) van anderen te verbeteren/te verlengen.
In deze nabijheid hangt haar monumentale tapijt “Tied to the other side” waar in de wemeling van prachtig-vachtige texturen met de meest wonderlijke kleuren, bodies in ontbinding opduiken die met ander muterende natuur-materie opnieuw ruimte en humus aanleveren voor nieuw leven.
Die cyclus van leven en sterven toont Otobong Nkanga niet waardevrij en ook niet “zomaar”; dat visualiseert ze heel mooi en intrigerend in de monumentale witte muur op de memorabele zolder van het hospitaal met dat fantastische in elkaar geweven houten gebinte.
De muur wordt opgebroken met een grafisch aandoende tekening die doet denken aan een rivier maar ook en zelfs aan een registratie van een hartslag op een medische monitor.
In die gigantische muur met de titel “Anamnesis” stopte ze in de grillige uitsparing (letterlijk) een stroom van kruiden zoals tabak, koffie, wierook en komijn die toentijds langs de haven van Brugge via de zuidelijke aanvoerroutes werden geïmporteerd.
Als bezoeker ruik je deze geurige grondstoffen en zie je tegen de vaste muur tal van voorwerpen en een wandtapijt “Amerika” (1700) die de handel in grondstoffen en slaven aankaart.
Het machtige wandtapijt “Unearthed – Abyss” (2021) verheldert de duistere en tegelijk feitelijke geschiedenis van de eenzijdige exploitatie van ‘ondergrondse’ rijkdom van Zuid richting Noord.
Op een zolder verstoffen de spullen van een mens die nooit meer worden gebruikt; hier ontstoft zij het verleden met een geheugen aan geneeskundige oliën, medische informatie en … de tol die slaven en een continent betaalden met als doel een beter welzijn voor (een deel van) de westerlingen.
Otobong Nkanga creëerde in het hospitaal een holistische landschappelijkheid; zoals zij performances uitvoerde in The Green Hill (2015) in Namibië waar zij in het enorme mineraal geroofde gat in het landschap aan de rand stond met een grote groene steen die zij fier en stijlvol op haar hoofd vast-hield. Die eenheid tussen landschap en mentale kracht die ervan uitgaat is een heerlijke “loop” die terugkeert in haar weergaloos werk.
Haar oeuvre is een zachte wind als een tactiel omgaan met al onze zintuigen in een wereld die rommelt, draait en keert en die zich nu volop terug-manifesteert en verweert met een heuse klima-schreeuw.
Haar oeuvre is als een wonderbaarlijke Roos van Jericho – een roos die diep in zich zelf kruipt en met water opnieuw een tijd opveert en weer weg glijdt en weer …
De kunst van Otobong Nkanga is kunst, maar nog meer een allesomvattende levens- en wereldattitude waarin het zorgwekkende wordt omringd met een niet te stelpen verlangen naar woordeloze zorg een herstel.
Luk Lambrecht
Otobong Nkanga, Underneath the Shade We Lay Grounded loopt nog tot 25.09.2022
Poster un Commentaire