Grandeur in Museum Ludwig in Köln

Installation view WADE GUYTON: ZWEI DEKADEN MCMXCIX–MMXIX, Museum Ludwig, Cologne 2019, © Wade Guyton, Photo: Rheinisches Bildarchiv Köln / Marc Weber

met de tentoonstelling van de Amerikaanse kunstenaar:

Wade Guyton
Zwei Dekaden

Er zijn nog maar weinig grote musea in Europa die het aandurven om voluit te gaan in kunst waarin ze breeduit geloven en daarmee grote investeringen riskeren die niet altijd qua publieksgetallen evenredig (kunnen) renderen. Museum Ludwig in Keulen naast de Dom mét heerlijk brandglas van Gerhard Richter, het aanpalende Hauptbahnhof en de machtige Rijn is hierop een zalige uitzondering.

Uiteraard houdt Museum Ludwig de vinger op de pols omtrent wat vandaag zich artistiek manifesteert én zich plooit naar de veranderingen van ons gedrag, in casu onze culturele consumptie-beleving.
Dat getuigt (nog tot 19.01.2020) de ongewone tentoonstelling “transcorporealities” die grotendeels doorgaat in de overdekte, publieke inkom-hal van het museum inclusief vestiaires, boekhandel Walther König en rijen opbergkastjes… Dit decor is mede de verlener van betekenis in een expo waar actieve participatie onderdeel is van het wel-lukken van de expo.
Heel mooi is de publieke opstelling van de tribune-installatie (eerder al te zien in Wiels in Vorst) van Oscar Murillo; een werk dat mede door de plaatselijke scholengemeenschap nu recent werd opgenomen in de enorme collectie van Museum Ludwig – een collectie die nu ook volledig raadpleegbaar is in een kilo’s wegend perfect en overzichtelijk samengesteld boek.
De installatie van Oscar Murillo is fantastisch: het betreft een aantal tribunes waarop deels poppen zitten als een verzameling karakters die een doorsnee beeld weergeven van de diverse maatschappelijke realiteit. Pal voor de automatische schuifdeuren van het Museum ligt op de vloer, een eenvoudige houten scène – als een letterlijke uitnodiging voor “the floor is yours” … en jawel tijdens ons woensdag-namiddag bezoek, werkte de installatie als een aanstekelijke performance-plaats met heel wat kinderen in de hoofdrol.
Deze publieke tentoonstelling legt in de recente kunst de intense samenzweringen bloot aangaande de actuele verwarringen tussen het virtuele, het vertekende en de expliciete wil van de hedendaagse mens méér te willen participeren en te beleven als counter-pont voor de wijze waarop de immateriële, ongeziene algoritmes ons als robotten en op alle vlakken van het even dreigen te besturen.
De expo toont vooral kunst van onbekende kunstenaars die zowel werk tonen in de bestaande “lockers” als via objecten zoals een fiets-station of een heuse grijpkraan die plaats bieden om naar video’s te kijken. Dit soort expo is zeker voor een groot museum een hele bedoening die niet alleen consequenties veroorzaakt binnen het traditionele patroon van haar functioneren maar ook financieel een plaatje nalaat.
In Ludwig zelf in de beneden-galerie is vooral de performatieve shop van de Amerikaan Trajal Harrell een opvallende tussen-komst – die op de recente editie van KunstenfestivaldesArts in Brussel ook al actief schitterende met een versie van de voorstelling “Dancer of the Year, 2019”.
Het betreft een dansvoorstelling in en naast ‘een shop’ waarin heel persoonlijke, familiale souvenirs en objecten te kijk én te koop zijn zodat de danser in feite een deel van zijn leven en dito inspiratie voor zijn choreografisch werk niet alleen tentoon stelt maar ook verkoopt.
Dat is radicaal anders dan bijvoorbeeld als choreograaf koop-video’s met registraties van performances te commercialiseren.
Deze expo toont ruimschoots aan dat Museum Ludwig net zoals bij de allereerste ‘publieke’ aankoop van een werk van Tino Seghal, heel goed bij de klas is en blijft.

De expo van de in ons land vrij onbekende Amerikaanse kunstenaar Wade Guyton (1972) is in de veel zalen van het museum wat mij betreft een perceptuele overrompeling te noemen.
Dit werk ligt gewoonweg in het verlengde van wat Amerika betekende in de jaren 50 en 60 toen kunstenaars zoals Barnett Newman, Kenneth Noland, Frank Stella en … anderen die volgden in de minimal art, de kunstwereld verbaasden met enorme werken waarin het oog zich letterlijk verloor in de fysieke ervaring van het kunstwerk. Dat is ook het geval in de fameuze expo van Wade Guyton die zich als geen andere hedendaagse Amerikaanse kunstenaar “smijt” in een weloverwogen artistiek avontuur zonder precies en exact te weten hoe het werk er “in feite” zal uitrollen.
Aan de ingang van de tentoonstelling verbergt een goedkoop blauw tapijt tal van printers en andere essentiële technische hulpmiddelen ter realisatie van zijn kunst die (uitsluitend) wordt gemaakt via krachtige inkjet printers. Op het grillige gedrapeerde blauwe tapijt die Wade Guyton’s “productiemiddelen” verbergt staan tal van staal-glimmende sculpturen met een U vorm – de U die heel veel terugkeert als motief in dit oeuvre en loodrecht staat tegenover de X die staat voor het verbannen of cancellen van iets…
En dan begint het visueel feest gebaseerd op een vrij eenvoudig gehouden visuele vormentaal – met ondermeer beelden van een kapotte én tot sculptuur verworden stoel van Marcel Breuer, beelden uit het internet, foto’s gemaakt met de Iphone of door het zich toe-eigenen van motieven zoals van bestaande posters met beeltenis van o.a. Beuys die hij vervolgens ‘printend’ bewerkt met strepen en kleurpartijen die soms wel eens ‘prachtig’ durven te haperen in de printer.
Dat is het mooie aan heel deze expo – men ziet hoe de kunstenaar op papier of doek jachtig zijn beeldmateriaal door de sterke printers schuift en hiermee resultaten nastreeft van soms meer dan 10 meter lang… waarin de imperfectie prachtig meespeelt en waar het blanke canvas een heerlijke lichte vuiligheid vertoont door zich te walsen doorheen de print-machine.
Zelf moest ik in de Ludwig-zalen soms wel eens denken aan het oeuvre van Gerhard Richter die ook nooit vies was om de nieuwste technologie in te schakelen voor de realisatie van niet eerder geziene beeld-talen en waarin ook noties zoals accumulatie (oa glas) en toeval factoren van belang waren om de kunst “in de maat van het leven te houden”.
Het is ontzettend straf te zien hoe Wade Guyton zich soms verliest in het detail – hoe hij worstelt met het perfect naast elkaar printen van meerdelige kleurstroken waarin kleine witte haperingen de menselijke handeling verraden… Wat is het ziels-mooi hoe hij de bestaande print-kleuren laat vloeien op zijn dragers als uitzonderlijke en weergaloze monochromen waarin verdichte strepen en striemen kleur zich als het ware slepen naar het einde van de drager.
De talloze boeken onder vitrine, de posters en de weidsheid van sommige van zijn werken doen een mens duizelen… en inzien dat de kunst zich in de toekomst zal blijven her-uitvinden via de meer en meer geavanceerde re-productiemiddelen die nu veelal om publicitaire beeld-redenen op de markt komen.
Het immense oeuvre van Wade Guyton is er één van verschuivingen en van ongeëvenaarde kleuren die de inkten met zich meebrengen in een produceren van beelden die de kunstenaar weliswaar regisseert maar nooit helemaal onder controle kan houden zoals dat wel het geval is met een retoucherend schilder met verf op doek.
Dit oeuvre is door en door modern – het stelt cruciale en fundamentele vragen over kunstproductie in samenhang met de hete problematiek rond auteurschap in een wereld waarin de wereld meer en meer wordt ervaren en geloofd als een door de reclame-jongens gemaakte en bijgevolg nooit te evenaren wereld (van schijn).

Deze expo is een onverbiddelijke “must to see” voor diegenen die in de buurt van de mooie stad Köln (willen) vertoeven !
Nog tot 01.03.2020 in Museum Ludwig
www.museum-ludwig.de

Luk Lambrecht

(dank aan Rita Kersting, curator Ludwig Museum) )

Soyez le premier à commenter

Poster un Commentaire

Votre adresse de messagerie ne sera pas publiée.


*


Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.