Een bedenking bij Ravage de grote expo over de Grote Oorlog in Museum M in Leuven

Sven Augustijnen, Appelle-moi Pierre comme je t’appelle Joseph, 2013–14. Courtesy the artist and Jan Mot, Brussels © Claude Dewit. Commissioned by M - Museum Leuven. Photo: Dirk Pauwels.

Ravage in Museum M in Leuven is één van de meest uitbundig gesubsidieerde tentoonstellingen in de context van de herdenking van 100 jaar Grote Oorlog.

Ravage is hét paradepaardje gebaseerd op de verschrikkelijke brand in 1914 van de Universitaire Bibliotheek in Leuven aangestoken door de op represaille beluste Duitse troepen op “het neutrale obstakel” België. Het was een daad die toen 100 jaar geleden de wereldpers haalde en het geallieerde front fors versterkte; niet voor niets werd na deze misdaad een banner gehangen op de gevel van de verwoeste Leuvense Universiteitshal met de onomwonden vermelding “Ici finit la culture allemande”.

Een naar verluidt alles behalve eenstemmig wetenschappelijk team werkte jaren aan deze tentoonstelling; de verwachtingen waren dan ook erg hoog gespannen maar… naast de twee lezenswaardige publicaties valt het op hoe moeilijk het is om in een context van een tentoonstelling “stil” te worden van een thema waarin het thema wordt onderzocht van “kunst en cultuur in tijden van conflict”. Waarom er trouwens twee publicaties moesten worden gemaakt: één vuistdik boek o.l.v. Cultuurhistoricus Jo Tollebeek over het historische luik bij het Mercatorfonds en één bescheiden “brochure” (uitgegeven bij Mousse, Paris) gaf al vaag aan dat de hedendaagse kunst in dit project op een “andere” manier werd behandeld…

Het thema is uiteraard hard en actueel maar de inhoud wordt in Leuven ongelooflijk geësthetiseerd in een veilig en té luxueus aandoende tentoonstellingsarchitectuur van de architectengroep ono die nochtans “een scenografie” wilde veroorzaken “als betekenislaag ten dienste van de kunstwerken”. De wellicht inhoudelijk al te hoog gegrepen brede inhoud van de expo Ravage gebeurt nu in een soort sarcofaag waarin de kunst genepen en “geënsceneerd” en meteen ook geneutraliseerd wordt door de imposante “duistere” en soms midden de jaren dertig aandoende houten constructies die de architecten blijkbaar à la carte konden en mochten realiseren.

Deze tentoonstelling zet de toeschouwer in een soort context vergelijkbaar met een kerk; (bijna) alles baadt in een “geësthetiseerd” omgaan met al dan niet goede maar weliswaar steeds perfect illustratieve kunst die de inhoudelijke (wetenschappelijke) intenties van de makers weet te weerspiegelen.

Op uitzondering van een aantal opmerkelijke werken vormt de overvloed van soms artistiek weinig tot de verbeelding sprekende “oude” historie-schilderijen niet veel meer dan een stoet van plaatjes die perfect past bij de schoolse onderverdeling van de tentoonstelling met rubrieken zoals “Leuven brandt “, “Verwoeste stad”, “De ruïne”, “Bewuste beeldenstorm”, “Kunst en propaganda” … waarbij steeds de kunst qua inhoud erbij past als naadloze “deux-pièces”.

Door de opdeling en het monumentaal en met heel veel zin voor theatraal drama positioneren van de kunst wordt deze expo al snel een “dodenhuis” waarin vooral de hedendaagse kunst vleugellam wordt en haar radicale wel-sprekendheid gekneveld wordt en blijft in een bourgeois-decor.

Door de hedendaagse kunst op de expo Ravage over heel veel afstand te verspreiden en té weinig kunstenaars de kans te verlenen om nieuwe producties te realiseren wordt de impact van die actuele kunst gering en al te “autonoom” ervaren zodat die ervaringen “gewoon” feiten worden zonder écht maar een zweem van mentale ravage aan te richten bij de bezoeker.

Er zijn zeker en vast goede werken te zien op deze fors betoelaagde expo, maar dé inhoud komt niet over als de kern van de aangekaarte ham-zaak.

Grote namen weerklinken op de affiche zoals Mona Hatoum met een enorme modulair abstracte installatie en al qua titel “Bunker”, transparant alluderend op het thema van de “beschoten”stad in relatie met een beeldtaal opgebouwd met minimale middelen.

Of… de gevierde Frans-Algerijnse provocatief opererende Adel Abdessemed die in Leuven (amper) met een kleinsculptuurtje uit 2011 -onder een glazen stulpje – “aanwezig” is, daar waar hij soms zo krachtig uit de hoek kan komen met bijvoorbeeld zoals een kunstwerk “Salam Europe” (2006).

Hij bouwde dit werk in het Zuiden van Spanje met op de achtergrond het silhouette van het continent Afrika – een indrukwekkend “minimaal” kunstwerk in de vorm van een cirkel met opgerolde prikkeldraad met een exacte lengte tussen Europa en het “verderop” gelegen Afrika.

Alhoewel het kleinood van Abdessemed op Ravage als een kleine assemblage van een ‘gevallen’ Arabisch paard (opgezadeld en bezongen met de allerbeste (prestatie)kwaliteiten, niet in het minst tijdens oorlogen) vastgebonden aan het “groene boek”, de politieke bijbel van de in 2011 “opgeruimde” Lybische dictator Gaddafi.

Waarom aan de straffe Palestijnse Emily Jacir niet een nieuwe opdracht gunnen naast de nu op Ravage al te protserige presentatie van haar werk “ ex libris” dat ze maakte voor de recentste Documenta in Kassel. “Ex-Libris” gaat over de plundering door Israel van duizenden boeken waarvan er nu 6000 worden bewaard in de Joodse Nationale Bibliotheek In West-Jeruzalem.

Die boeken kregen allemaal een stempel “A.P.” – Abandonned Property … gedurende twee jaar nam Emily Jacir klandestien met haar gsm foto’s van die boeken die ze in een installatie fotografisch “uitvergroot” presenteert als een bibliotheek van het volk, “haar volk”.

Dit Palestijns erfgoed is niet verwoest; het werd ont-vreemd en houdt de gedachte gaande dat net zoals de hoop op een autonome Palestijnse Staat deze boeken ooit nog zullen terugkeren als erfgoed naar de plaats van herkomst.

Ook het reeds bestaande en al goed gekende werk van de Chinees Cai Guo-Qiang past in het “esthetisch” opzet van Ravage – simulaties van kunstig vuurwerk in Hiroshima zorgen niet alleen voor “verfijnd” vuurwerkspektakel maar ook voor tekeningen met buskruit die in Leuven overkomen als monumentaal “schoon”, geflankeerd met een totem van een “ono-meubel” dat perfect zou passen als een sjieke “nieuwspaal” op een of andere hoofdstedelijke antiekbeurs.

Subtiel maar (nogmaals…) door de drang van de heroïsche ono-architectuur tegen de muur gedreven, is de installatie van Sven Augustijnen. Ze bestaat uit tekst, dia-installatie en een cosy Congolose leeshoek met … zijn onvolprezen boek “Spectres” (2011).

Heel kort: zijn “andere” bijdrage op Ravage ligt in het verlengde van zijn ruim onderzoek naar de moord op Patrice Lumumba in 1961 voor wie een monument werd opgericht dat in 1964 door Westerse troepen werd vernield. Sven Augustijnen weet met dit project van lange adem een item aan te kaarten waarbij moedwillig monumenten als tekens van een verleden uit de publieke ruimte worden weg-gezuiverd. Sven Augustijnen is nog één van de weinige kunstenaars die bij machte is tijdrovende research te koppelen aan het in vraag stellen van begrippen zoals collectief “geconstrueerd” geheugen, bezien in de “vraagvorm” van hoe het begrip “geschiedenis” zich wentelt als een subjectieve manier van omgaan met feiten.

In deze installatie bereikt Sven Augustijnen een perfect evenwicht tussen het presenteren van historische beelden, het verlenen van duidende achtergrond en het tonen van documenten zodat de bezoeker de kans krijgt “achter” de feiten aan te gaan.

Ravage is een tentoonstelling – mede gesteund door Toerisme Vlaanderen – die geen of weinig aanstotelijke prikken veroorzaakt. Ravage is haast globaal “correct” en “proper” en weet zich als zo vele andere thema-tentoonstellingen perfect in te schrijven in een format als een verheffende wandeling van mooi afgebakend onderwerp naar het volgende mooi afgebakende onderwerp. Ravage is een expo met een ronkende titel met een thema dat wellicht al te hoog gegrepen is en blijft en waarvan het zich “aangegrepen” voelen te weinig of niet wordt “ervaren”. De wereld blijft buiten het museum wel meedogenloos doordraaien.

 Luk Lambrecht

p.s. : Op 20.07.2013 was op de festivalweide in het nabij Leuven gelegen Werchter “The Wall” te zien en te beleven van Roger Waters (ex-Pink Floyd). Het werd een theatraal rockconcert dat de oorlog via geluid en beeld wel heel dicht op de huid naaide van de vele concertgangers. Uit een perscitaat: “Loodzware geluidseffecten van helikopters, machinegeweren, een kinderkoor en oorlogsgeweld gaven het concert een akelig realisme mee”.

20/03 > 01/09/2014
M Museum

Soyez le premier à commenter

Poster un Commentaire

Votre adresse de messagerie ne sera pas publiée.


*


Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.