Explorer
Rita McBride
Wiels, Brussel
nog tot 07.01.2018
Dat Wiels als niet museaal instituut een briljante plaats blijft in het al te vrijblijvende Belgische kunstenlandschap, is wellicht al langer te beschouwen als een cliché.
Het programma drijft op doordachte keuzes, niet op een gratuite selectie van bekende namen maar eens de kunstenaars gekozen, merk je het resultaat van voorafgaande diepgaande “arbeid”.
De niet spectaculaire architectuur van Wiels noopt an sich al tot gefocuste aandacht op de ge-presenteerde kunst. Visuele afleiding is er quasi niet in Wiels – daarvoor moet je het dak op, om te genieten van de geweldige context waarin Wiels politiek-inhoudelijk zit verknoopt, de complexe metropool Brussel.
Een minder bekend pluspunt in Wiels, is de aanwezigheid van kunstenaars-residenties die als het ware een permanente humus zijn en de getoonde kunst van frisse levendige ”backing vocals” voorziet.
De expo van de Amerikaanse Rita McBride (1960) is geknipt voor Wiels; temeer omdat de kunstenaar genereus is qua algemeen en (haar) specifiek discours door én al lange tijd les te geven aan academies en met deze “arbeid” de kunstproductie van jongere generaties aan-spoort.
Na de spraakmakende tentoonstelling “Het Afwezige Museum” lijkt deze expo als een exacte opvolger te functioneren. De architectuur van Richard Venlet met zijn transparante structuur en “makelij” bleef overeind en bewijst nu “service” aan de expo van McBride die deels haar zelf tentoonstelt alsook haar verdichte samenwerkingen met (ex)studenten/collega’s.
Een bindende factor in de loop van de 3 verdiepingen tellende expo is het werk “Guide Rails” .
Het bestaat uit wit geschilderde, vrij lage omheiningen gebaseerd op soortgelijke zoals soms te zien bij de afbakening van een ranch. Rita McBride produceerde in lengte omheiningen met de juiste “afstand” van alle opgetelde aanwezige tijdelijke muren van Richard Venlet.
De omheiningen worden soms functioneel als omheining/bescherming voor de kunst; witte omheiningen trekken de aandacht op de omringende,lege ruimte en op het ‘bewustzijn’ zich daarin te bevinden of bij andere accumulatieve presentaties van deze “minimale” witte objecten wordt de vorm gelezen als een autonome sculptuur. “Guide Rails” loop als een witte draad doorheen deze luchtige en haast letterlijk plaats-ruimende tentoonstelling.
(Het is een expo die heel erg goed is beschreven in het gratis publiek-boekje – om die reden gaan wij hier niet in op elk werk.)
Aan de inkom van de expo valt een alleenstaand karrenwiel op dat leunt tegen de witte muur en als Wild West-icoon ‘gekleurd’ is met een zwart-rood gespikkeld decoratief patroon van designer Ettore Sottsass uit de (blinkende) jaren tachtig. Dit karrenwiel komt nog wel eens voor verderop in de expo en is wellicht als een symbool te lezen van de kunst als ‘roerend goed’.
En dan start de indrukwekkende urbane geo-saga van Rita McBirde waarin zij vooral onopgemerkte, functionele stads-accommodatie een autonome plaats geeft door her-context van de anonieme publieke ruimte naar een ruimte voor kunst. Telekasten, knappe in koper gereduceerde parkeergarages, dakramen, luchtafvoeren, een luifel van vinyl tot en met haar “New Markers” die rechtstreeks qua vorm verwijzen naar de 7000 eiken en basalten markeerstenen van magiër/kunstenaar Joseph Beuys zijn als parels in een harmonisch snoer.
De “New Markers” zijn in “haar” versie vrijstaande spiegelende objecten geworden, opnieuw getooid met motieven van Ettore Sottsass.
Terugplooien op haarzelf doet ze mooi en onderkoeld met het werk “Self-Storage”; refererend aan de herinnering aan “grijze” opslagplaatsen aan de rand van grootsteden zoals Los Angeles, waar ze ook verbleef. Lichte, karakterloze gebouwen worden dé (betalende) opslagplaatsen voor mensen die met hun persoonlijke spullen thuis geen blijf (meer) weten.
Een prachtig keramieken object op sokkel associeert McBrides “ambivalente houding tegenover objecten en ons verlangen om ze te behouden”.
Een merkwaardig bescheiden en het “oudste” werk (1992) op deze mooie expo “Marble Conduit”, bestaat uit een soort stevige kabel, geproduceerd uit kostbaar carrara-marmer. Het werk ligt er perfect tegen de muur als een veredelde kabel, als een duurzame plint … in de directe omgeving met een verticale accumulatie “Glass Conduits” (1999) – een aantal verticaal naast elkaar gemonteerde in Murano (!) geblazen, glazen “leidingen” die industriële vormgeving knap verbindt met particulier vakmanschap. Deze ruimte is puntgaaf; de kunst brengt hier rust in Wiels en laat zien dat de erfenis van minimal heel sensueel kan zijn.
Als een sandwich tussen de twee verdiepingen met haar kunst geeft Rita McBride veel ruimte aan andere, jongere kunstenaars die de verdieping kunnen gebruiken als een plaats voor vrij experiment en onderlinge dialoog. En dat is een (h)eerlijk gebaar geworden met een intens levend artistiek kraken en buigen van wat vandaag als artistiek onderzoek “kan” doorgaan…
Onder de indruk geraakten wij van oa van Melissa Gordon met haar gelaagde ingreep “Make a Mess, clean it up”. Een werk dat heel traditioneel aandoet – zelfs formeel doet denken aan Simon Hantai – en waarbij een een deel van de expo-ruimte in Wiels met plastiek werd bedekt, in-geverfd en “wollig’ gekuist en waarna gezeefdrukt. Een deel van de expo-vloer van Wiels komt op deze arbeids-intensieve manier als een fries tegen de muur van een expo-ruimte.
Explorer is een buitenmatig goede expo zonder pretentie, maar wie zich als een vis in klaar water wil laten mee drijven/navigeren naar concrete essenties gebaseerd op de ons omringende, nauwelijks opgemerkte publieke ruimte en haar accommodatie, komt nu in Wiels volop aan zijn en haar trekken.
Luk Lambrecht
inlichtingen: wiels.org
Poster un Commentaire