In de magistrale context van
Officine Grandi Riparazioni (OGR) in Torino
de plaats en het werk TINO SEHGAL
Plaats
Turijn was in het tweede deel van de jaren zestig een bruisend oord van avant-garde. Dart wordt wel eens vergeten in bepaalde kunstmiddens en meer bepaald in het meer Noordelijke deel van Europa. Zelfs een klinkende naam zoals de meer dan intelligente galerie-houder Enzo Sperone is hier nauwelijks bekend – zelfs niet omwille van zijn ongelofelijke trans-atlantische activiteiten én bemiddelingen tussen de zogenaamde Arte Povera en de Amerikaanse Pop Art…
Torino is als industriële stad voor eens en altijd verbonden met het automerk Fiat, waar in vele andere fabrieken oa treinen en locomotieven werden geproduceerd zoals in OGR. Een gigantische ex-productiewerkplaats, onlangs omgetoverd tot een indrukwekkende open en lege plaats die perfect in de oorspronkelijke staat werd opgeknapt en ferm doet denken aan andere spits-kunst-instellingen zoals Magasin in Grenoble en Palais de Tokyo in Parijs.
Kanal in Brussel dat zich binnenkort in de fantastische ruimte van de voormalige Citroën-garage aan het kanaal naast het onvolprezen Kaaitheater zal vestigen, wordt onder handen genomen door een nog via een wedstrijd aan te wijzen bekend architecten-bureau.
Als een mens al flanerend wordt geconfronteerd met de enorme hallen van OGR in Torino , waar de formele geest van industriële productie helemaal niet werd weg-gemaquilleerd en waar zuinig werd geopteerd voor een gladde betonnen vloer, waterdichte daken en onopvallende verwarming, dan wordt één en ander duidelijk. Dit is een unieke, ruime plek zonder poeha of architecturaal afleidend gedoe, die een perfecte context is voor kunstenaars die ruimte nodig hebben en/of aankunnen.
De prangende vraag stelt zich of Kanal in Brussel in tijden waar andere kunstinstellingen financieel “op tandvlees” functioneren zo nodig niet beter af was met een aanpak van de “functionele schoonmaak” zoals die zo efficiënt en succesrijk gebeurde in OGR in Torino.
Tino
Wie had het kunnen voorspellen dat Tino Seghal (1976) al 15 jaar een geweldig oeuvre uitbreidt met in se een zeer sober gebruik van alle zintuiglijke mogelijkheden van het (ons) menselijk lichaam.
Wat het werk in het begin van zijn carrière – binnen de voor hem méér vrijheid verlenende wereld van de beeldende kunst, in tegenstelling tot de theaterzaal-beperkende wereld van de podium-kunsten – zich redelijk beperkte tot “situaties” die refereerden aan de geschiedenis van de moderne en hedendaagse kunst, is zijn werk met het verloop van de tijd ontbolstert tot een zeer complex bedacht kluwen van wijde bewegingen, gelardeerd met puntgave auditieve exploraties in fascinerende groep-constellaties. Iedereen weet ondertussen dat kunstenaar/economist Tino Seghal behoort tot één van de meest radicale en ongrijpbare kunstenaars van onze tijd – in het zog van een kunstenaar zoals Daniel Buren is de kunst van Seghal te ervaren op hét moment (zelf) en op die specifieke locatie. Is men er niet, dan heeft men gewoonweg het werk “gemist” – de situaties zijn niet als reproducties beschikbaar, op uitzondering van de orale overlevering en aan de hand van tekeningen die doen denken aan tekeningen van zittingen in een rechtbank. Bij Daniel Buren is dit ook het geval in 80% van zijn werken; ze worden op de plek in situ gerealiseerd, waarna ze worden vernietigd en verder leven als herinneringen in Photo-Souvenirs die niet in de omloop van de kunsthandel worden gebracht, in tegenstelling tot andere conceptueel-gerichte kunstenaars…
Dat er geen enkel drukwerk te bespeuren valt bij een expo van Tino Sehgal blijft een constante; geen affiches, letterlijk geen meldingen tegen de muren qua titels en duidingen … En wie een werk wil kopen – wat kan – moet met de kunstenaar en de galeriehouder naar een advocatenbureau of notaris om helemaal “oraal” de deal af te sluiten, inclusief het van buiten leren van de voorwaarden bij de aankoop. Het blijft voor velen in de materieel-speculatieve kunstwereld een onwezenlijk oeuvre dat volgens bepaalde critici het “product” is van een meer en meer immateriële manier van leven en vooral van communiceren. Gsm’s en virtuele communicatie en dito archief maken veel papier overbodig; “data” worden opgeslagen in clouds” etc.. en wellicht zit in de werkwijze van Tino Sehgal ook dit radicale ecologische bewust-zijn diep verweven in zijn “spoor”-loze kunstproductie.
Torino
Het werk van Tino Sehgal in de machtige hal van OGR is echt “een plezier” om te ervaren én te beleven. Op het moment van ons bezoek dat ongeveer 2 uur in beslag nam, was er bitter weinig volk zodat er voortdurend een interactie gebeurde tussen de performers en de aanwezigen.
Met andere woorden de aanwezigen waren permanent verweven in de situatie die Tino Sehgal nauwgezet in elkaar stak. Het is ook de eerste keer dat ik iemand opmerkte met aanwijzingen in de hand van en voor de regie en wissels van de performers.
De “situations”zoals Tino Sehgal zijn werken omschrijft zijn in Torino overwegend groepsgewijs – “swarms” (zwermen) – waarin soms “afgezonderde” intieme, ontroerende bewegingen op een bepaald moment opnieuw “opgaan”, verdampen in de collectiviteit die als het ware het intieme weer overspoelt. Tino Sehgal werkt met een collectiviteit van mensen van alle slag en leeftijd, al dan niet de engelse taal bij machte – dat deed mij denken aan het magistrale kunstwerk “Il Quatro Stato” (1901) van Giuseppe Pelliza da Volpeda, te bewonderen in Museo 900 in Milaan, waarin een groep mensen is afgebeeld die “marcheren” voor hun zaak en een beter (collectief) leven.
Mensen lopen nu eenmaal op en af, laten het leven al dan niet zijn beloop.Tino Sehgal laat zijn performers als een zwerm uitzwermen; laat ze bewegen in formaties als in perfect gedoseerde ongeregelde kuddes, waarin en waaruit zich plots uiterst minzame situaties voordoen zoals “Kiss (2002). Wat een schoonheid wordt hier met uiterste precisie op de beton-gepolijste vloer gepresenteerd. Het werk beeldt de geschiedenis van “de kus” in de kunstgeschiedenis uit gaande van Auguste Rodin tot Jeff Koons.
De langzame tederheid van een huid-hongerig koppel passeert “ons” oog op een tergend langzame manier alsof de verbeelde beelden uit de kunstgeschiedenis langzaam tot leven komen met huid, haar én ziel. Men hoeft het oeuvre van Tino Sehgal niet echt te kennen, maar af en toe duikt een vroeg werk op dat refereert aan de conceptuele kunst zoals een “situatie” waarin verwezen wordt naar werk van de twee (Amerikaanse) boegbeelden/kunstenaars Dan Graham en Bruce Nauman. Beiden zetten in de jaren zestig hun eigen lichaam in als zeer persoonlijke materie bij de creatie van efemeer werk dat weliswaar in tegenstelling tot de werkwijze van Tino Sehgal werd geregistreerd via het toen prille medium video.
Stem, stemmen en dialogen
De menselijke zwermen die zich veelal traag verplaatsen in de voormalige productiehal “produceren” soms prachtig gemurmel als sound zonder inhoud of betekenis. Het veelvoud van de stemmen laat de ruimte vibreren, vult de ruimte met een auditief additief dat de ervaring van de toeschouwer vervult van prikkelingen die op hun beurt leiden tot een andere en ronduit unieke esthetische ervaring, dito genoegdoening. En soms verlaat een performer een zwerm om de toeschouwer verhalen, anekdotes te vertellen die als het ware uit zijn/haar leven “kunnen” zijn gegrepen. Het zijn korte, soms pakkende verhalen die duidelijk een meer existentiële inhoud suggereren omtrent oa durf, hoop, uitdaging, leven en dood. Het is mooi om zien hoe plots een performer zich losmaakt uit de “zwerm” om “one to one” korte ervaringen te delen met de aanwezige bezoekers, die nadien achterblijven met stof tot verder en dieper nadenken.
Af en toe kan je heel kort in dialoog gaan met het verhaal van de performer – je wordt dan intens betrokken in een esthetische dialoog die integraal deel uitmaakt van de tentoonstelling die zich hoe dan ook op geen enkele manier vastpint op routine of afgewerkte scenario’s !
Regie
Volgens de informatie van de curator van de tentoonstelling Luca Cerizza, bestaat dit werk van Tino Sehgal uit een loop van een tweetal uur, die wordt herhaald maar zich telkens voordoet in andere constellaties. Op die manier ziet de toeschouwer die heel lang in de tentoonstelling verblijft, nooit een zelfde “loop”… nooit een zelfde kunstwerk.
Wonderbaarlijk hoe Tino Sehgal zijn kunst al zo een lange tijd weet te onttrekken aan alle vormen van vervelende herhalingen. De gedragingen van de performers hebben invloed op de gedragingen van de bezoekers – zoals in OGR lopen, marcheren zelfs moeders met hun kinderen mee met de zwerm… Of wie ‘ergens’ in het midden van de betonvlakte zit te kijken en te genieten, kan deel worden van de zwerm of heeft kan te maken hebben met een individueel “onderhoud” die onder Seghals werk “These Associations” ressorteert.
Licht is al een hele tijd een factor van belang geweest in zijn werk; bij zijn bijdrage aan documenta 13 in Kassel (2012) speelde alles zich af in de complete duisternis waar de bezoekers “op de tast” getuige waren van een ongelooflijk dissonante geluids-omgeving in koor “geproduceerd” door de wendbare menselijke stem. In de enorme hal van OGR in Torino werden lichten gedempt of rijen spots deels gedoofd. Het zat allemaal zo subtiel in elkaar alsof de situatie/tentoonstelling op een geconcentreerde manier in- en uitademde.
Bedenking
De artistieke productie van Tino Seghal is revolutionair op alle vlak en veroorzaakt via de radicaliteit ervan heel wat nervositeit bij kunstenaars én professionals in de kunstwereld.
In het brede vaarwater van iemand zoals Daniel Buren, werkt Tino Sehgal in situ waar hij “wereldwijd” wordt uitgenodigd. Hij reist eco-getrouw nooit met het vliegtuig; bezit geen dure studio en laat zich niet omringen door een “zwerm” assistenten. Naast zijn kosten en honorarium worden alle performers op een faire manier betaald en “performen” zij uren, analoog met de arbeidswetten die geldig zijn op de plaats waar zijn werk wordt uitgevoerd.
Tino Sehgal vermenselijkt de kunst door niet alleen de gangbare, kapitalistisch-parasitaire kunstwereld en dito -blinbling-markt te ontwijken, maar ook via het (eigenhandig) aanleren van de instructies aan zijn met zorg geselecteerde performers. Op hun beurt geven deze “opgeleide” performers op een doorleefde manier een totaal andere visie op kunst door bij een bezoekend publiek…
Het is kunst die de toeschouwer rust, plezier én reflectie gunt. In OGR kon je tussendoor zonder iets te moeten missen een espresso lungo drinken aan de bar, waarna de ervaringen in de hal gewoon verder konden doorgaan tot aan het sluitingsuur.
Het werk van Tino Sehgal is zo een rijk palet dat een mens met wie ook, er urenlang én nachten over kan blijven discussiëren, omdat dit werk niet alleen de kunst om de kunst aangaat maar zo veel meer aansnijdt zoals ecologie, arbeidsverhoudingen en niet in het minst de relatie tussen werk en immateriële productie, waar de meesten onder ons de gevolgen van dragen.
Tino Sehgal weet op zijn eentje de wereld van de kunst weer te benaderen vanuit de wereld.
Il faut le faire, niet ?
Luk Lambrecht
Tino Sehgal nog tot 17 maart 2018 in OGR in Torino
Poster un Commentaire