kunst die steek houdt als in een suite van dingen die op elkaar volgen
Klara Lidén (1979) is een Zweedse die in Berlijn werkt en leeft; ze was in ons land nog niet bekend maar op slag is ze dat wel, met één van de meest merkwaardige tentoonstellingen van 2015 in Wiels.
Solo-tentoonstellingen visualiseren niet zelden één welgemikt uitgangspunt dat verder badineert op smalle variaties en (haar) stijl-veilige auto-merites.
Bij Klara Lidén is dat niet het geval, maar bemerk je een logische beeldende uiteenzetting rond thema’s zoals ecologie,vervreemding en de desolate invloed van verstedelijking op de deels ontwortelde, “geglobaliseerde” mens.
Klara Lidén maakt kunst met en in de actuele tijd en produceert dwarse knipoogjes naar de kunst van weleer, toen kunst nog relevant deel uitmaakte van de maatschappelijke storm van verandering en emancipatie.
Klara Lidén bespeelt met haar kunst helemaal geen doorzichtig formeel spel; ze laat de bezoeker mét de nodige rust nadenken én verwonderen over hoe de wereld er uitziet zonder belerend te zijn of correct moraliserend het waarschuwend vingertje op te steken.
Het begint in Wiels ijzersterk met de “Poster Paintings” (2015) – tijdens wandelingen in de stad haalt ze van de publieke muren over elkaar geplakte affiches af die ze vervolgens in hun”objectheid” overplakt met een onbedrukt vel wit papier. Alsof ze een laagje paraffine aanbrengt op een pot confituur – zo ook functioneert het witte vel als een inhoudelijke grens/barrière met de opeengehoopte, onleesbare posters. Het is werk dat uiteraard – alhoewel de Wiels-curator hier geen enkele verwijzing aangeeft – doet denken aan de décollgisten met de Franse kunstenaar Jacques Villeglé als dé exponent van kunstenaars die in de jaren vijftig als reactie op de lyrische (schilder)kunst posters afscheurden om ze vervolgens op een stuk canvas in de context te presenteren van een galerie of een museum.
Klara Lidén veroorzaakt een mooie brug met de toentijdse décollagisten. Dat doet ze ook met de ontwapenende reeks “Strada come strata” (2015); een reeks stukken asfalt van straten die ze op elkaar stapelde . Het zijn brokstukken mét geur van “kleverige zwartheid”, gemaakt van fossiele grondstof. Wat dit werk met Arte Povera zou te maken hebben is mij niet duidelijk; dat ze eerder als ambiguë monumentjes functioneren, (kritisch) alluderend op industrie, stedelijkheid en eindigheid van grondstoffen is een andere inhoudelijke insinuatie die meer steek houdt in het parcours van de expo.
Haar meest monumentale installatie “Untitled” (2015) roept de vervreemde omgeving van de stad op met stapels plaveistenen met houten platen erop die kunnen dienst doen als minimale zitbanken, enorme jerrycans als lichtbronnen die net als de rest van dit environment voorzien zijn van felroze verfsporen die als markeringen opnieuw aansluiten met wat wij kennen als anonieme tekens/signalen in de grootstad.
Het maakt indruk en wat verder op worden video’s getoond in een kartonnen constructie waarbij één beeld erg “bepalend” opvalt – men ziet de kunstenares die zich angstvallig vasthoudt aan een betonnen zuil of een lantaarnpaal in een meer dan triestige openbare omgeving.
Dit soort beelden geprojecteerd IN een constructie van kartonnen dozen doet uiteraard sterk denken aan homeless en de hardheid van het materiële bestaan temidden van een meedogenloze grootstad. Deze “narratieve” suggestie wordt nog meer benadrukt door in de verte Patti Smith “Helpless, Helpless, helpless” een song van Niel Young als één grote litanie te horen zingen… Bij die video zie je de kunstenares op de rug aan haar bureau, om na een tijd helemaal weg te kruipen in een vuilbak naast het bureau. Met openbare vuilbakken heeft Klara Lidén ook wel iets. In de expo staan er zich een aantal “toegeëigende” exemplaren uit steden zoals Berlijn, Genève en Brussel. Wat flauwtjes wil ze daarmee de schoonheid van deze “primaire ” nutsobjecten tentoonstellen.
Interessanter zijn de afdrukken met zwarte spuitverf op paper van de contouren van al dan niet direct herkenbare dingen zoals bubbelplastiek, een stoel of met enige fantasie… 3 vleesballen.
Haar video “Warm-Up” uit 2014, die ze produceerde voor de (blunderende) Manifesta in Sint-Petersburg, is een zelf-relativerende, ontwapende film waarin zij zelf te zien is in pogingen om de sierlijke bewegingen te imiteren van de druk oefenende ballet-danseressen van het Hermitage-theater.
De titel van deze expo “Battement battu” blijkt een onvertaalbare term te zijn afkomstig uit de balletwereld, die zowel elegantie als geweld inhoudt. Het is een titel die volledig de lading dekt van dit al mature oeuvre !
En zonder veel woorden wordt hier met “Warm-Up” op een exemplarische manier de “ontoereikbaarheid” van de mens tentoon gespreid. Het zijn en blijven beelden die letterlijk “tekort komen”; het zijn sterke beelden van een kunstenares die de essentie van heel veel complexe dingen in het leven en van het samen-leven weet te etaleren/ te evoceren in een eenvoudige maar aangrijpende, tijds-dribbelende én zonderlinge “open” beeldtaal !
Luk Lambrecht
Poster un Commentaire