Beeldig beeldend

Antoon De Clerck - Deurkruk - 1971 - verzameling vzw Kunstpatrimonium

Verrassend en klaar overzicht van Antoon De Clerck

Mudel in Deinze is een museum dat zich in de riante Leistreek op een bescheiden manier positioneert tussen het meer en meer naar een privé neigend museum MDD én het Roger Raveelmuseum, dat sinds de komst van directeur Melanie Deboutte een zonderlinge plek is geworden waar het met uiterste zorg tonen van kunst wordt gelinkt aan innovatief onderzoek.

Mudel presenteert nu een inzichtelijk overzicht van kunstenaar Antoon De Clerck (1923-2001).

Alhoewel de infrastructuur van het museum niet meteen uitnodigt, is de expo “Antoon De Clerck – visuele hygiëne” goed doordacht en is er heel veel verrassend werk te zien van een eerder vergeten kunstenaar wiens oeuvre dobbert in het zog van de “Nieuwe Visie”, een term bedacht door Roland Jooris, dichter en ere-conservator van Roger Raveelmuseum. Mooi ook dat er werk wordt getoond van geestgenoten Raoul De Keyser en Roger Raveel, gelardeerd met poëzie van Hugo Claus en Paul Demets. Dat maakt dat kijken en lezen hier in een balans verkeren en het bezoek in evenwicht houden met momenten van esthetisch en ander kennis-plezier.

De tentoonstelling “loopt in” met heel vroeg werk geïnspireerd door lesgevende kunstenaars zoals Hubert Malfait en Jos Verdegem: alhoewel de betere vroege werken meer de stempel dragen van schilder Jean Brusselmans die artistiek actief was in de rand rond Brussel. Antoon De Clerck maakt al heel snel kennis met Hugo Claus en met de ietwat oudere Roger Raveel met wie hij bevriend zal blijven. Wegens persoonlijke redenen blijft het na Wereldoorlog II lange tijd stil rond kunstenaar De Clerck, pas rond 1964 wordt hij wakker en vindt gehoor en aandacht bij de schilders geboekstaafd als diegenen van de “Nieuwe Visie”. Antoon De Clerck volmaakt zijn interesse in typografie aan La Cambre in Brussel en geeft ondermeer vorm aan de publicatie van de schilderingen in de gangen van het Kasteel van Beervelde (1966). Wat later in 1969 doen de kunstenaars van Beervelde aangevuld met Antoon De Clerck en Roland Jooris mee aan een redelijk socialiserend project in de breigoedfabriek Dulcia in Zottegem. Dit was een uitzonderlijk project omdat vandaag het lekker in de bek klinkend begrip ‘participatie’ in Zottegem radicaal werd geïnterpreteerd én ingevuld via een enquête bij de arbeiders, ‘vissend’ naar hun voorkeuren op het vlak van thema en kleur. Dat dit uitgangspunten kon genereren voor een fel ‘gedragen’ artistiek project is een schoolvoorbeeld zonder weerga. Een zelfde drang om de kunst naar het leven te brengen was het daaropvolgende initiatief van Antoon De Clerck om in 1970 een tentoonstelling te organiseren in het Atheneum van Deinze met een titel die toen perfect het DNA illustreerde van een markante tijdsgeest: “School – Kunst – Omgeving”.

Antoon De Clerck – Hoe helder klinkt een fietsbel in het groen – 30 juni 1972 – 120 x 90 cm – privéverzameling

Over dit initiatief moet dringend onderzoek gebeuren. We verkeren dan in een periode waar de vrije geest van documenta 5 in Kassel in de lucht hangt. Minder geweten is dat deze controversiële documenta van artistiek leider Harald Szeemann ook heel wat hyperrealistische kunst presenteerde en dat was toenAntoon De Clerck niet ontgaan.

Het is bijzonder te zien dat ‘de stijl’ van Antoon Declerck tot 1972 dicht op de huid zit van Roger Raveel en vooral van Raoul De Keyser. Het is ontroerend te zien hoe De Clerck zijn omgeving bespiedt, uitvergroot en in zijn beste schilderen IN en OP de fragmenten waarin chroom opduikt zoals in een fietsbel, een staande lamp, een autowiel-deksel en/of een bumper. In dat blinkende chroom schildert hij landschappelijk weerspiegelingen, alsook drukt hij hiermee de suggestie uit van beweging en snelheid.

De periode tot 1972 leverde talrijke schitterende werken op die perfect kunnen worden bijgezet in het betere familiebezit van de “Nieuwe Visie”.

Maar even terug in de tijd naar dat verlangen van kunstenaars om hun talenten te delen en in te zetten ter productie van gezamenlijke projecten. In 1967 komt “Een verpakte gedachte” tot stand. De basis hiervoor was een object-schilderij (ook op de expo in Deinze) van Raoul De Keyser die in een ‘beelding’ (wat u grafisch ontwerp wordt genoemd) van Antoon De Clerck in een gezeefdrukte doos op 250 exemplaren werd gemaakt met erin 10 dikke vellen karton met gedichten van Roland Jooris.

Was dit niet een mooie en fundamentele gedachte om initieel een rechtopstaand object-schilderij van Raoul De Keyser waarop een soort helder-kleurig abstract landschap was te zien; ’gelardeerd’ met een overhangende tuinslang, te reduceren tot een democratisch aangeboden multipel.  En zoals alle kunst tot en met de meest abstracte, altijd geladen en beladen blijft met ‘inhoud’ – wisten deze kunstenaars de miniatuur-doos letterlijk met ongerijmde poëzie (inhoud!) te vullen. Wonderbaarlijk!

De typografie van Antoon De Clerck was gekenmerkt door klaar- en leesbaarheid, gekoppeld aan het gebruik van als het ware “signalerende”, heldere kleuren die de ‘contour-schematiserende’ manier van schilderen tot 1972 als een picturaal handelsmerk kenmerkte.

Een schilderij zoals “Roger en Zulma op bezoek” (1972) geeft de toon aan voor de rest van zijn schilderkunstige carrière waarin hij lokale en huiselijke taferelen rond en in zijn huis met familie en vrienden op een hyperrealistisch schilderde waarin vooral schaduwen een spel spelen omtrent aan- en afwezigheid. Het is kenmerkend dat de scènes baden in een zorgeloze en zomers-optimistische omstandigheden.

Auto’s en bruggen zijn weerkerende motieven alsook het fenomeen van de snelwegen en bruggen (kunstwerken) er overheen.

Antoon De Clerck schildert niet zelden op basis van zelf genomen foto’s die hij vervolgens omzet in werktekeningen (ook op de expo) die dan finaal ‘doek’ worden.

Alle composities baden in eenzelfde egaal licht – wellicht had Antoon De Clerck wel weet van de methode van het Duitse duo Hilla & Bernd Becher die hun foto’s van industrieel erfgoed ook altijd namen met ‘buiten’-standaard-licht.

Naar het einde van zijn leven maakt Antoon De Clerck schilderijen met zichten van belangrijke kunstwerken in musea én geraakt hij in de ban van de architectuur van de Mexicaanse architect Luis Barragan. De zachte kleur-sfeer-scheppende architectuur van Barragan leeft in zijn laatste werken. Dit latere corpus schilderijen is zeker niet te bestempelen als het betere werk van Antoon De Clerck, maar lijkt wel een soort ingehouden en veilig toevluchtsoord voor een vanaf 1989 snel veranderend tijdsklimaat waarin zekerheden en ‘centra’ ook in de kunst zienderogen afbrokkelden als sneeuw onder de zon.

Het oeuvre van Antoon De Clerck is interessant omdat de kunstenaar de gevoeligheden van zijn tijd opnam en uitdrukte in een taal die in de buurt bleef van zijn artistieke context en die is en bleef Deinze.

Trouwens niet iedereen was even enthousiast over de “provincialistische” schilderkunst van Antoon De Clerck. In de publicatie “Ooidonk” (1978) schrijft Fernand Spillemaeckers (MTL-gallery, Brussel) in een breed stuk op een ideologisch marxistisch-analytische wijze over de patriarchaal-neutrale manier over de ‘brave’ beeldtaal die volgens de auteur eigen is aan het landelijke Aalter, de woonplaats van Antoon De Clerck waar niets gebeurt of kan gebeuren. Het is spijtig dat ook deze deviante stem van weliswaar één van de voorvechters van de zogenaamde conceptuele kunst in ons land geen plaats(je) vindt in de puike museale publicatie.

Besluitend doen we met de woorden van Antoon De Clerck zelf, die probeert de kern van zijn artistieke démarches kort en bondig te formuleren.

“Wat mij in hoge mate boeit is

de relatie van de menselijke

creaties, wiskundig geometrisch

en technisch vernuftig, zoals

gebouwen, bruggen, enz… met

het organische, het biologische

van de natuur, met daarnaast en

in minder mate de ruimte,

de kosmos, het licht”.

Luk Lambrecht

November 2023

Expo “Antoon De Clerck – visuele hygiëne” nog tot 24 januari 2024 in Mudel in Deinze

www.mudel.be

Traduction en Français

Pictorial
Vue d’ensemble surprenante et prête à l’emploi par Antoon De Clerck

Mudel à Deinze est un musée qui se positionne modestement dans la vaste région de Lei, entre le musée MDD, de plus en plus privé, et le musée Roger Raveel qui, depuis l’arrivée de la directrice Melanie Deboutte, est devenu un lieu excentrique où l’exposition méticuleuse d’œuvres d’art est liée à une recherche innovante.
Le Mudel présente aujourd’hui un aperçu perspicace de l’artiste Antoon De Clerck (1923-2001).

Bien que l’infrastructure du musée ne soit pas immédiatement accueillante, l’exposition « Antoon De Clerck – hygiène visuelle » est bien conçue et présente de nombreuses œuvres surprenantes d’un artiste autrefois oublié, dont l’œuvre s’inscrit dans le sillage de la « Nouvelle Vision », un terme inventé par Roland Jooris, poète et conservateur honoraire du Musée Roger Raveel. Il est également agréable de constater que les œuvres de Raoul De Keyser et de Roger Raveel sont exposées, accompagnées de poèmes d’Hugo Claus et de Paul Demets. Le regard et la lecture sont ainsi équilibrés, la visite étant ponctuée de moments esthétiques et d’autres plaisirs de la connaissance.

L’exposition présente des œuvres de jeunesse inspirées par des artistes enseignants tels que Hubert Malfait et Jos Verdegem, bien que les meilleures œuvres de jeunesse portent davantage l’empreinte du peintre Jean Brusselmans, qui était actif sur le plan artistique dans la périphérie bruxelloise. Antoon De Clerck fait très vite la connaissance de Hugo Claus et de Roger Raveel, un peu plus âgé, avec qui il restera ami. Pour des raisons personnelles, l’artiste De Clerck reste longtemps discret après la Seconde Guerre mondiale ; ce n’est que vers 1964 qu’il se réveille et trouve une écoute et une attention parmi les peintres de la « Nouvelle Vision ». Antoon De Clerck perfectionne son intérêt pour la typographie à La Cambre à Bruxelles et façonne entre autres la publication des tableaux dans les couloirs du château de Beervelde (1966). Un peu plus tard, en 1969, les artistes de Beervelde, complétés par Antoon De Clerck et Roland Jooris, participent à un projet assez social dans l’usine de tricots Dulcia à Zottegem. Il s’agissait d’un projet exceptionnel, car aujourd’hui, le concept accrocheur de « participation » à Zottegem a été radicalement interprété et complété par le biais d’une enquête auprès des travailleurs, « pêchant » leurs préférences en termes de thème et de couleur. Le fait que cela ait pu donner lieu à des points de départ pour un projet artistique farouchement « soutenu » est un cas d’école sans équivalent.

L’initiative ultérieure d’Antoon De Clerck d’organiser une exposition à l’Atheneum de Deinze en 1970 avec un titre qui illustre parfaitement l’ADN d’un zeitgeist frappant à l’époque : « School – Art – Environment » (École – Art – Environnement) s’inscrit dans la même volonté de faire vivre l’art.
Cette initiative doit faire l’objet d’une recherche urgente. Nous sommes alors dans une période où l’esprit libre de la documenta 5 à Kassel est dans l’air. On sait moins que cette documenta controversée du directeur artistique Harald Szeemann présentait aussi beaucoup d’art hyperréaliste, ce qui n’a pas échappé à Antoine De Clerck à l’époque.
Il est extraordinaire de constater que « le style » d’Antoon Declerck était proche de Roger Raveel et surtout de Raoul De Keyser jusqu’en 1972. Il est émouvant de voir comment De Clerck épie son environnement, magnifié et dans sa meilleure peinture IN et OP les fragments dans lesquels Le chrome apparaît dans une sonnette de vélo, un lampadaire, un enjoliveur de voiture et/ou un pare-chocs. Dans ce chrome étincelant, il peint des reflets de paysage, tout en exprimant la suggestion du mouvement et de la vitesse.
La période allant jusqu’à 1972 a produit de nombreuses œuvres brillantes qui peuvent parfaitement être placées dans la meilleure collection familiale de la « Nouvelle Vision ».

Mais revenons un instant en arrière, à ce désir des artistes de partager et d’utiliser leurs talents pour produire des projets communs. En 1967, « A packaged thought » voit le jour. Il s’agissait d’une peinture-objet (également présentée à l’exposition de Deinze) de Raoul De Keyser qui a été produite par Antoon De Clerck dans une « imagerie » (ce que l’on appelle le graphisme) dans une boîte sérigraphiée à 250 exemplaires contenant 10 feuilles de carton épais avec des poèmes de Roland Jooris.
N’était-ce pas là une idée magnifique et fondamentale que de réduire d’abord un objet-peinture de Raoul De Keyser représentant une sorte de paysage abstrait aux couleurs vives, « lardé » d’un tuyau d’arrosage en surplomb, à un multiple démocratiquement offert. Et comme tout art, y compris le plus abstrait, reste toujours chargé de « contenu », ces artistes ont réussi à remplir littéralement la boîte miniature de poésie incongrue (contenu !). Miraculeux !
La typographie d’Antoon De Clerck est marquée par la clarté et la lisibilité, associées à l’utilisation de couleurs vives, pour ainsi dire « signalétiques », qui caractérisent la manière de peindre « contour-scheming » comme marque de fabrique picturale jusqu’en 1972.

Un tableau comme « Roger et Zulma en visite » (1972) donne le ton pour le reste de sa carrière de peintre dans laquelle il peint des scènes locales et domestiques autour et dans sa maison avec sa famille et ses amis d’une manière hyperréaliste dans laquelle les ombres en particulier jouent un jeu de présence et d’absence.
Les voitures et les ponts sont des motifs récurrents, de même que le phénomène des autoroutes et des ponts (œuvres d’art) qui les surplombent.
Antoon De Clerck peint souvent sur la base de photographies qu’il a prises lui-même et qu’il transforme ensuite en dessins de travail (également présentés à l’exposition) qui deviennent finalement des « toiles ».
Toutes les compositions sont baignées d’une même lumière uniforme – peut-être Antoon De Clerck a-t-il eu connaissance de la méthode utilisée par le duo allemand Hilla & Bernd Becher, qui prenait lui aussi toujours ses photos du patrimoine industriel avec une lumière standard « extérieure ».

Vers la fin de sa vie, Antoon De Clerck crée des tableaux avec des vues d’œuvres d’art importantes dans les musées et tombe sous le charme de l’architecture de l’architecte mexicain Luis Barragan. L’architecture de Barragan, créatrice de couleurs douces, perdure dans ses dernières œuvres. Ce dernier corpus de peintures ne peut certainement pas être considéré comme le meilleur travail d’Antoon De Clerck, mais il semble être une sorte de havre de paix et de retenue dans un climat temporel en pleine mutation à partir de 1989, où les certitudes et les « centres » de l’art se sont visiblement effrités comme la neige au soleil.
L’œuvre d’Antoon De Clerck est intéressante parce que l’artiste a absorbé les sensibilités de son époque et les a exprimées dans un langage qui est resté proche de son contexte artistique, qui est et reste Deinze.

Par ailleurs, la peinture « provincialiste » d’Antoon De Clerck n’a pas suscité le même enthousiasme chez tout le monde. Dans la publication « Ooidonk » (1978), Fernand Spillemaeckers (galerie MTL, Bruxelles) écrit, dans un vaste article, une analyse idéologiquement marxiste sur la neutralité patriarcale de la « bonne » imagerie qui, selon l’auteur, est propre à la campagne d’Aalter, la ville natale d’Antoon De Clerck, où il ne se passe rien et où rien ne peut se passer. Il est regrettable que même cette voix déviante de l’un des champions de l’art dit conceptuel dans notre pays ne trouve pas sa place dans l’excellente publication du musée.

Pour conclure, nous reprenons les mots d’Antoon De Clerck lui-même, qui tente de formuler succinctement l’essence de ses démarches artistiques.

« Ce qui me fascine dans une large mesure, c’est
la relation entre les créations humaines
créations humaines, mathématiquement géométriques
mathématiquement géométriques et techniquement ingénieuses, telles que
bâtiments, ponts, etc… avec l’organique
avec l’organique, le biologique
de la nature, avec en plus et
dans une moindre mesure, l’espace,
le cosmos, la lumière ».

Luk Lambrecht
Novembre 2023

Expo « Antoon De Clerck – hygiène visuelle » jusqu’au 24 janvier 2024 au Mudel à Deinze
www.mudel.be

Soyez le premier à commenter

Poster un Commentaire

Votre adresse de messagerie ne sera pas publiée.


*


Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.