09.02.2017
new paintings van Gerhard Richter
Museum Ludwig, Köln
nog tot 01.05.2017
een boulevard van materiële weelde
I
Naar aanleiding van zijn verjaardag toonde Gerhard Richter (1932) zich groots en genereus door een reeks van 26 nieuwe abstracte schilderijen voor het eerst te presenteren in het museum van zijn thuisstad Keulen, waar hij sinds 1983 leeft en werkt. De stad ligt hem dicht bij het hart; Museum Ludwig bezit een prachtig representatief aantal van zijn werken – al dan niet door de kunstenaar geschonken. In de nabijgelegen imposante Dom is sedert 2007 een indrukwekkend abstract glaswerk te bewonderen dat nog steeds de nodige polemiek oproept.
Wat een intelligent en onwaarschijnlijk mooi gebaar is de presentatie in Ludwig geworden!
De jarige kunstenaar die liefst het circus ontwijkt van de op spektakel-berichtgeving beluste media, koos als locatie voor de brede gang die zich uitstrekt als een laan op de eerste verdieping van het museum – dé brede corridor waarlangs zo vele bezoekers flaneren om af en toe eens door te stoten naar de achterliggende zalen met de puntgave presentatie van het geheugen van de moderne en actuele kunst.
De 26 abstracte netjes genummerde schilderijen hangen daar als op straat, als complexe kleur-volle tekens (heel) diep in de verf gezet. De schilderijen zijn heel divers qua formaat en geschilderd op canvas, hout of aluminium. Van een formeel-coherente, homogene suite is hier dus geen sprake.
Gerhard Richter is en blijft een meester in de behandeling van olieverf op verschillende dragers; hij weet precies hoe de olieverf zich gedraagt – hij weet perfect in te schatten hoe hij laag na laag de verf kan tarten en manipuleren in haar koppige materialiteit tot een moment van “omstandigheid” waarin de verf zich blijkt te verzoenen met de tijd – het moment van de stilstand, van definitieve fixatie van het schilderij.
Met rakels, spatels en het schildermes weet Gerhard Richter het schilderij te ontdoen van elke vorm van traditionele aanwijzing “als” schilderij. Elk schilderij is te beschouwen als een draaikolk van kleur die zich vermengt in een eindeloze stroom van mogelijkheden en richtingen – “bewegend” op de cadans van het gemoed en de goesting van de kunstenaar om de verf tegen de haren in te laten strijken.
Eindeloze, eenzame en vertwijfelde gedachten van de kunstenaar moeten hier wel in en tussen de verf wriemelen via de picturale complexiteit van meanderende grillig-pasteuse verf-slierten opgehoogd/afgewisseld met vlak uitgestreken verfpartijen, die zich aanstellen als wazige kleurbeelden. Ze bestelen ons logisch inzicht en zijn als een spiegel voor diegene die kijkt en verwonderend pogingen onderneemt het denkend handelen van de schilder (tevergeefs) te traceren.
Gerhard Richter ontwijkt hoe dan ook elke vorm van verhaal, betrachting van waarheid; laat staan emanaties van eender welke ideologie of collectieve filosofische overtuiging.
Zijn werken zijn door en door abstract en houden de gedachte aan van mislukte scherpte en een gecontroleerd gebrek aan richting; het zijn kenmerken in zijn oeuvre die alluderen op een fundamentele twijfel over de waarheid van beelden en diens realiteit-gelieerde intenties.
In 2015 was ik in Museum Burda in Baden Baden zeer onder de indruk van de reeks schilderijen “Birkenau” die Gerhard Richter baseerde op 4 uit het uitroeiingskamp gesmokkelde foto’s die hij in eerste instantie beeld-getrouw uitschilderde op groot formaat. Het finale resultaat keerde zich om in 4 wondermooie donkere abstracte schilderijen met hier en daar sporen van rode en groene kleur; al dan niet qua kleuren door de toeschouwer te interpreteren als bloed en hoop in het samen-leven. Het abstraheren van onderliggende deels naar de herkenbare realiteit verwijzende composities is een al méér voorkomende methode in zijn artistieke productie om de realiteit te ontwijken en te vervangen door een andere picturaal-materiële werkelijkheid.
Dit gebeurde ook met een aantal werken van de nieuwe reeks 26 New Paintings. Op die manier weet Gerhard Richter zijn kunst ‘in’,’bij’ én ‘uit’ de realiteit te houden en wordt de toeschouwer willens nillens geconfronteerd met varianten “realiteit”.
De New Paintings zijn als aan de openbaarheid losgelaten raadsels, vanuit de rationele geest van de kunstenaar gegist, die zich aandienen als nerveuze spinsels waarin het verlangen heerst naar de nooit te bereiken ultieme schoonheid. Deze nieuwe schilderijen azen op onze geologische blik die versteent bij de krampachtigheid het formele tracé te reconstrueren van deze dense schilderijen. De verf ontglipt elke vorm van representatie; de gemanipuleerde verf is als één blinde vlek waarin de intentie van het maken overleeft als énige waarheid. Doet het ertoe om deze nieuwe schilderijen te interpreteren met het vocabularium uit de psychologie of zijn deze schilderijen de uitkomst van een zichtbare aporia ?
De centraal-statige en brede Museum Ludwig gang is met de presentatie van het nieuwe werk van Gerhard Richter omgetoverd tot een boulevard van materiële weelde en dat is een radicaal gedurfde en weergaloze beslissing van de kunstenaar die de kunst uit de wind zet van de banale, ons “gekende” referenten aan de zichtbare werkelijkheid.
II
In een aantal kleinere aanpalende zalen van Museum Ludwig regisseerde Gerhard Richter een pareltje van een intiem retrospectief terug-kijken op zijn oeuvre aan de hand van een aantal van zijn meesterwerken die het Museum rijk is, aangevuld met nieuwe schenkingen zowel van de kunstenaar als van bevriende verzamelaars.
Dat het familiaal-intieme in het oeuvre van Gerhard Richter een belangrijke rol speelt wordt hier opnieuw duidelijk met de prachtige foto “Ella” (2014), (zijn jongste dochter) aan het begin van de presentatie en met het haast klassiek ogende schilderij “Betty” (1977) zijn oudste dochter, op het einde van de tentoonstelling. Daartussen hangt “Ema (Nude on a Staircase)” uit 1966 – het eerste schilderij van Gerhard Richter gebaseerd op een zelf genomen foto van zijn eerste en toen van Betty zwangere vrouw. En in deze zalen trakteert Gerhard Richter ons zonder omwegen op een uitgelezen parcours dat handelt over “het beeld” dat geproduceerd wordt via fotografie, drukwerk, glas, schilderkunst, spiegel, staal … het medium doet er niet toe.
III
Een aantal voorbeelden
a.
Naast de foto “Ella” is de zesdelige reeks “Colour Fields, 6 Arrangements of 1260 Colours” uit 1974 te zien – refererend aan zijn schilderijen gebaseerd op de commerciële kleurstalen. Het was voor Gerhard Richter een strategie om minimal met pop art te mixen – waarin de schilderkunst haar aura verloor ten gunste van een soort “administratieve” compositie. Ernaast hangt “Overview” ut 1998 waarin hij kurkdroog en netjes chronologisch de kunstgeschiedenis “afloopt” en aanstipt met zijn persoonlijke voorkeuren. De kunstenaar als intellectueel die zich “feitelijk” verhoudt tot de geschiedenis van de kunst. Op de kopse muur hangt de print “40.000” uit 2008 waarin de wemeling van de vele kleuren in de nabije zesdelige reeks “colours” hier zich massaal aandient in een zwart-wit gescande representatie van onnoembaar vele vakjes – wellicht ook verwijzend naar zijn voorliefde voor grijs als de kleur van de nulgraad aan inhoud.
b.
In deze zaal start de indrukwekkende reeks “48 Portraits of German intellectual figures” uit 1971/72 – voor het eerst gepresenteerd in het Duitse Paviljoen op de Biënnale van Venetië. Als één strakke lijn slaan deze vrij hoog gepresenteerde portretten, de hoek om als een reeks belangrijke en invloedrijke, hoog-aangeschreven mannen waarbij hun respectieve blik zich voordoet als een collectief gemanipuleerde blik naar het centrum toe van de machtige reeks.
Het klein zaaltje dat als intiem koppelteken functioneert met de laatste zaal is meer dan beklijvend omdat Gerhard Richter hier zijn persoon in de weegschaal legt in het perspectief van leven en dood. “Cross” uit 1997 is een klein glanzend stalen kruis die de fysieke proporties volgt van de kunstenaar. Dit “kruis” weerspiegelt als een zelfportret in een Mirror (2016) die aan de overzijde van de kleine kamer hangt. Daartussen is de reeks “Six Photos May 2-7, 1989” present uit 1991 waarin de zwartwit foto’s nauwelijks de context prijsgeven van deze duistere zelfportretten.
Dit zaaltje grijpt je naar de keel; de perfecte setting en de verschillende teken-systemen lopen hier door elkaar en/maar blijven concreet !
c.
De laatste zaal is als vuurwerk waarin Gerhard Richter de toeschouwer figuurlijk om de oren slaat met beelden die de complexiteit van zijn beeld-taal evoceert. Tal van edities alluderen hier op zijn fundamentele interesses in en met de recente Duitse geschiedenis die hij zelf aan den lijve meemaakte. De nazi-periode met “Uncle Rudi” (2000), zijn oom in strak legeruniform die glimlachend als een standbeeld poseert tegen een beangstigende muur. “Black Red Gold IV” (2015) een editie uit glas die refereert aan zijn indrukwekkende kunst-integratie in de Reichstag in Berlijn met ernaast een foto van een piepjonge, mooie en onschuldige Ulrike Meinhof (prominent lid van de Baader-Meinhof groep) – waarmee Richter meteen een andere beladen periode uit het na-oorlogse West-Duitsland niet uit de weg gaat. Gerhard Richter verleent nooit commentaar maar weet via het precieze naast elkaar plaatsen van beelden een open insinuatie van inhoud op te roepen.
d.
Gerhard Richter schonk recent het werk “Two Grey” (1998-2016) dat bestaat uit twee kniks naast elkaar gemonteerde glasplaten waarvan de achterkanten werden geverfd met grijze enamel verf.
Het resultaat roept een merkwaardige dubbele reflectie op van de omgeving én de aanwezige toeschouwers die kniks verdwijnen als in een anonieme, duistere diepte.
Dit werk hangt pal tussen de families-schilderijen Ema en Betty en weerspiegelt de overkant met werken die dicht op de huid zitten van de recente Duitse geschiedenis. De tijd nestelt zich in de ‘picturale’ grijze spiegels net zoals de tijd zich wringt tussen de openstaande kieren van het monumentale schilderij “5 Doors” uit 1967. Het is een breed, filmisch werk waarin de reeks van zich stilaan “openende” deuren (met zicht op abstracte diepte) zich verhoudt tot het fixeren van tijd en beweging zoals bij Eadweard Muybridge.
e.
Museum Ludwig curator Rita Kersting maakte mij attent op de editie “Seven Two Four ” (2008). Het betreft een bewogen foto van het abstracte schilderij nr. 724. Dit is Gerhard Richter ten voeten uit ! Aan de andere kant van de ruimte hangt het meesterlijke schilderij “Ema” – bewogen geschilderd op basis van een scherpe foto die niet is opgenomen in de Atlas – het boek waarin Richter als in een minutieus bijgehouden archief, alle beeldbronnen en werkschetsen repertorieerde van zijn oeuvre. Gerhard Richter schildert de foto en maakt van een schilderij een bewogen beeld. Hij maakt hiermee fotografie én schilderkunst inwisselbaar tot beeld-domein waarbij de waarheid aan de materiële oppervlakte blijft én hapert.
f.
Gerhard Richter confronteert de toeschouwer aan de centrale inkom van de tentoonstelling met het eenzaam gepositioneerde beeld “11panes” (2003). Elf identieke glasplaten worden bij elkaar gehouden door twee latten met 11inkepingen die de 11 glasplaten in een perfect leunende positie houden. Wie ervoor staat wordt weerspiegeld in een peilloze diepte – een diepte met efemere inhoud maar zonder gefixeerde waarheid.
De artistieke productie van Gerhard Richter is een permanente reflectie / spiegeling die een actief kijken én denken veronderstelt en waarbij de uitkomst van het beeld zich altijd ophoudt in het ongerijmde van de esthetiek die de schoonheid viert op een wijze waarop het woord schromelijk tekort blijft schieten.
Luk Lambrecht
praktische inlichtingen:
Poster un Commentaire