Beeldhouwen in een figuratieve wijze is vandaag een uitzonderlijke praktijk geworden. Het ambachtelijk omzetten van mens en mensbeeld wordt in onze tijd vooral gedomineerd door Thomas Schütte, Thomas Houseago en door Mark Manders die -na een op gemengde gevoelens onthaalde passage op de recentste Biënnale van Venetië (paviljoen Nederland) – nu beresterk uit de hoek komt in zijn Antwerpse galerie Zeno-X.
Mark Manders (1968) is een Nederlandse kunstenaar die al een tijd resideert en werkt in Ronse, een “verloren” stad in het groene hart van de pittoreske Vlaamse Ardennen.
Mark Manders is een visuele Borges en wist als iemand die zich op jongere leeftijd verloor in de grafische en literaire taal al snel te richten in de beeldende kunst. Ook kunstenaars zoals Marcel Broodthaers en Walter Swennen maakten een gelijkaardige bocht van literatuur naar de kunst !
Het artistiek credo van Mark Manders is meanderend en gaat terug op het jaar 1986 – het jaar dat Jan Hoet zijn Chambres d’ Amis losliet in de huizen van de stad Gent – toen hij zijn werk veelomvattend “Self-Portrait as a building” ging noemen.
Dat zelfportret is een fictief gebouw, een labyrint van plastisch vorm gegeven poëtische denk-beelden die de kunstenaar tot op vandaag verder uitbreidt via de strategie van de kleine formele verschuivingen die hem terecht na al die jaren “een oeuvre” oplevert.
Een oeuvre als een parcours zonder rechte paden maar met zijwegen waarbij de kunstenaar zelf de weg kwijt geraakt. Mark Manders is een kunstenaar wiens werk nu 25 jaar geen sporen van gedateerdheid achterlaat. Zijn werk verhoudt zich hoogstens tot de kunst en meer bepaald tot de rijke geschiedenis van de beeldhouwkunst en blijft van “daaruit” een taal ontwikkelen die helemaal niet bruuskeert maar integendeel de traditie doet spreken in een zinnelijke veelstemmigheid.
Het oeuvre van Mark Manders is onderling-chronologisch inwisselbaar -, dat wil zeggen dat dit werk geen vooruitgang kent in de “moderne” betekenis van het woord.
Maar, zijn werk is nooit wat het is – hij jongleert met het oppervlak en dito verschijningsvorm van het materiaal – op het eerste gezicht is een beeld van hout of klei en het is van staal of brons. Hiermee introduceert hij het begrip “tijd” op een manier die de tactiele kwaliteiten van één of ander materiaal onderuithaalt; meteen ook de tijd van de toeschouwer !
Een fragiel ogend beeld van klei is niet van klei maar van beschilderd brons – deze valsheid in materie verwart de initiële kenmerken van de beeldhouwkunst en laat de sculpturen bestaan in én met de tijd – de toekomst.
Een recent werk dat is opgesteld in een soort geïmproviseerde studio/atelier-ruimte vertoont craquelures – dit recente werk is opnieuw op het eerste gezicht onderhevig aan entropie / afbrokkeling…
Opnieuw speelt het kijken naar de kunst een vals verwachtingspatroon met de toeschouwer: Mark Manders duwt de tijd “achteruit” en laat zijn actuele realisaties in een staat van verval verkeren.
Het werk is haast een ruïne, met alle bijgedachten en connotaties van dien.
Misschien draait het hier wel allemaal rond het begrip illusie als een allusie op de vaststelling dat de actualiteit an sich niet kan bestaan.
De illusie van het bestaan, de illusie van het ongrijpbaar leven – flanerend in een spiraal van toevalligheden en dito ervaringen. Leven als een ronddwalen in een landhuis met vele kamers die geen uitkomst bieden, hoogstens met een aanzet tot “een plan”.
Op Documenta 11 in Kassel (2002) en op uitnodiging van de befaamde directeur Okwui Enwezor produceerde Mark Manders de machtige installatie “Staged Android (reduced to 88%)” die op dat moment nog niet af was. Nu presenteert Mark Manders in Zeno-X het voltooide resultaat.
Het is een verbluffende meervoudige sculptuur waarin de kunstenaar alle sculpturale registers opentrekt en een weergaloze surreële situatie “aanbiedt” in de buurt van moderne kunst die hier en daar in vele zij-gedachten een belletje doet rinkelen.
In deze installatie waar zelfs de omringende opnieuw gemaakte stoelen gereduceerd worden tot
88 % van hun oorspronkelijke verhoudingen wordt met moeite die schaalverkleining (bewust) “aanschouwelijk” ervaren.
In andere werken op deze tentoonstelling komt de menselijke figuur veelal in een compact gecomprimeerde manier terecht in sculpturen die één of andere existentiële struggle insinuëren zonder dat de beelden een gratuit romantizerende indruk oproepen.
Nog zeker de moeite om te vermelden, zijn de innemende kleinsculpturen waarin Mark Manders als het ware in alle intimiteit driedimensionale tekeningen “schrijft” die soms laten denken aan modellen voor projecten in de openbare ruimte.
Zelf waren we nogal geflatteerd door “Landscape with fake Dictionary”; een kleinbeeld met een op-staand woordenboek waarachter zich een waaier ontplooit van broos in lichtblauw geschilderde plankjes die de beweging suggereren van de meest weldadige golf(beweging) die ik ken…
Luk Lambrecht
Zeno X
> 31.05.2014
Poster un Commentaire