Vragen aan objecten

Een boekje bij research van (juweel)ontwerper Nedda El-Asmar

Nedda El-Asmar is een bekend ontwerper die tegelijk de afdeling Sieraad enthousiasmeert aan de MAD, School of Arts in Hasselt. Bij tewerkstelling aan een ‘academische’ school hoort uiteraard onderzoek en dat realiseert Nedda ondermeer met het project “999,9”.

Het concept is eenvoudig, complex en tegelijk fascinerend.

Het is niet al goud dat blinkt én dat is juist de bevraging die Nedda zichzelf stelt door goud – dat iedereen wel een ‘stukje’ bezit – circulair op te halen én te beschouwen om vervolgens al dat ingezamelde ‘goudwerk’ te ontdoen van de ‘eens’ particulier-sentimentele waarde die er de eigenaars aan hechtten.

Nedda haalt goud op dat ze leent via een contract met de leen-gever die het goud – in welke vorm dan ook van oorbellen, dashouders via verlovings- en trouwringen tot andere aan oren en neus passende attributen – vervolgens smelt tot het hoogst zuivere goud-gehalte.

Het gesmolten goud wordt materie die ze  als materiaal zal gebruiken voor nieuw bedachte objecten die uiteraard ook later worden tentoongesteld.

Haar fonkelende nieuwe kunstobjecten, geproduceerd van ‘oud goud’ zullen te koop zijn tegen een commerciële waarde die deels als exacte goud-dagprijs terugvloeit naar allen die hun goud ter beschikking stelden.

Indien de verkoop van de kunstwerken niet genoeg opbrengt om alle ‘uitleners’ te vergoeden dan wordt een voldoende deel van haar creaties onherroepelijk gesmolten ter vergoeding van diegenen die hun persoonlijk goud uitleenden.

Dit project spreekt wel écht tot de verbeelding, is conceptueel-transparant en is poëtisch. Poëtisch omdat dit circulair project op basis van ‘ingediende’ sieraden, (radicaal) de particulier toebedeelde sentimenten wegsmelt in een massa van anoniem goud dat (vervolgens) als materie wordt ingezet voor een vernieuwend artistiek project van Nedda El-Asmar.

Er hoort een keurig boekje met beschouwingen bij dit project; een project dat dus nog niet (eens) visueel en in concreto is gerealiseerd.

Het boekje draait rond een aantal slimme kunst-filosofische inzichten die dus blijven haperen in en bij ‘een’ virtuele kunst-realiteit van Nedda.

De tekst is geschreven door Prof. Vlad Ionescu; ook verbonden aan MAD School of arts in Hasselt – alwaar hij kunstgeschiedenis en kunstactualiteit doceert.

Eigen aan een klassiek kunsthistoricus is dit betoog goed en wel ingedeeld via tref-woorden zoals ‘’probleem’,’ ontwerpwaarde’ en ‘tijd’ waarin de tekst wordt gekruid met tal van citaten van in (kunst)filosofische kringen bekende denkers over begrippen die op alle varianten van kunstproductie van toepassing kunnen zijn.  

Het is een verhelderend boekje geworden waarin de auteur naast relevante kunsthistorische cases zoals van Tintoretto en Bernini ook meer recente voorbeelden uitdiept die de aangehaalde begrippen staven zoals dat het geval is met ‘The Store’ van Claes Oldenburg.

Niet alles is even precies geduid en omschreven; vooral in het voorbeeld van het straffe werk PeoPL van Laura Nsengiyumva die tijdens de ‘Nuit Blanche’ in Brussel (2018) een exacte ijs-kopie van het standbeeld van Leopold II (op het troonplein in Brussel) gedurende 3 dagen in een bak liet smelten – als een materie-finaal verzet – waar in de spiegeling van het smeltwater het woord people in plaats van de naam Leopold te zien en te lezen viel.

Vlad Ionescu heeft het in dit boekje klaar en duidelijk over begrippen zoals ontwerp- en artistieke waarde, ruilwaarde en over het stokpaardje dat de productie van kunst ‘parallel’ altijd van doen heeft heeft met lezen en schrijven – genererende activiteiten die vervlogen en actuele verhalen teweegbrengen ‘in’ een kunstwerk.

Het ‘rode’ en mooi vormgegeven boekje (Walda Verbaenen) draagt een vreemde titel “Vragen aan objecten” – objecten die er in het prikkelend verhaal van Nedda vandaag (nog) niet zijn.

De voorstelling van dit project en tweetalig nederlands/engels boekje vindt plaats op 24 september om 19.30 in de bekende galerie De Zwarte Panter in Antwerpen waar Nedda El-Asmar in gesprek gaat met auteur Vlad Ionescu.

LL

Questions aux objets
Un livret de recherche de la créatrice (de bijoux) Nedda El-Asmar


Nedda El-Asmar est une créatrice de renom qui s’enthousiasme en même temps pour le département de bijouterie de la MAD, l’école des arts de Hasselt. Travailler dans une école « académique » implique naturellement de faire de la recherche, ce que Nedda réalise, entre autres, avec le projet « 999.9 ».
Le concept est à la fois simple, complexe et fascinant.
Il n’y a pas que l’or qui brille et c’est précisément la question que Nedda se pose en collectant et en considérant l’or – dont tout le monde possède au moins un « morceau » – de manière circulaire et en dépouillant ensuite tous ces « objets en or » collectés de la valeur sentimentale « autrefois » privée que leurs propriétaires y attachaient.

Nedda collecte de l’or qu’elle emprunte par le biais d’un contrat avec le prêteur, qui fait ensuite fondre l’or – quelle que soit sa forme, des boucles d’oreilles aux porte-cravates en passant par les bagues de fiançailles et de mariage et d’autres attributs pour les oreilles et le nez – jusqu’à ce qu’il atteigne sa plus haute teneur en or pur.

L’or fondu devient une matière qu’elle utilisera pour créer de nouveaux objets qui seront, bien entendu, exposés ultérieurement.
Ses nouveaux objets d’art étincelants produits à partir de « vieil or » seront mis en vente à une valeur commerciale qui reviendra en partie comme le prix exact du jour de l’or à tous ceux qui ont mis leur or à disposition.
Si la vente des œuvres d’art ne suffit pas à dédommager tous les « prêteurs », une proportion suffisante de ses créations sera irrévocablement fondue pour dédommager ceux qui ont prêté leur or personnel.

Ce projet est réellement imaginatif, conceptuellement transparent et poétique. Poétique parce que ce projet circulaire basé sur des bijoux « soumis » fait fondre (radicalement) les sentiments attribués à titre privé en une masse d’or anonyme qui est (ensuite) utilisée comme matière pour un projet artistique innovant de Nedda El-Asmar.

Ce projet est accompagné d’un livret de réflexions soigné, un projet qui n’a donc pas (même une seule fois) été réalisé visuellement et concrètement.
Le livret s’articule autour de quelques idées intelligentes en matière d’art et de philosophie, qui continuent donc à vaciller dans et avec « une » réalité artistique virtuelle de Nedda.
Le texte est rédigé par le professeur Vlad Ionescu, également attaché à la MAD School of Arts de Hasselt, où il enseigne l’histoire de l’art et l’actualité de l’art.
Spécifique à un historien de l’art classique, cet argument est bel et bien catégorisé par des mots clés tels que « problème », « valeur de conception » et « temps ». Le texte est pimenté par de nombreuses citations de penseurs bien connus dans les cercles philosophiques (de l’art) sur des concepts qui peuvent s’appliquer à toutes les variantes de la production d’œuvres d’art.
Il s’agit d’un petit livre éclairant dans lequel, outre les cas pertinents de l’histoire de l’art tels que ceux du Tintoret et du Bernin, l’auteur explore également des exemples plus récents qui étayent les concepts cités, comme c’est le cas pour « The Store » de Claes Oldenburg.
Tout n’est pas aussi précisément énoncé et défini ; notamment dans l’exemple de l’œuvre punitive PeoPL de Laura Nsengiyumva qui, lors de la Nuit Blanche à Bruxelles (2018), a fait fondre une copie exacte en glace de la statue de Léopold II (sur la place du Trône à Bruxelles) dans un réservoir pendant 3 jours – comme matière-résistance finale – où, dans le reflet de l’eau en fusion, on pouvait voir et lire le mot people au lieu du nom Léopold.

Dans cette brochure, Vlad Ionescu parle clairement de notions telles que le design et la valeur artistique, la valeur d’échange et le cheval de bataille selon lequel la production d’art « parallèle » est toujours liée à la lecture et à l’écriture – générant des activités qui déclenchent des histoires passées et actuelles « dans » une œuvre d’art.
Le livret « rouge » et magnifiquement conçu (Walda Verbaenen) porte un titre étrange : « Questions aux objets » – des objets qui n’existent pas (encore) dans l’histoire alléchante de Nedda aujourd’hui.


La présentation de ce projet et du livret bilingue néerlandais/anglais aura lieu le 24 septembre à 19h30 à la célèbre galerie De Zwarte Panter à Anvers, où Nedda El-Asmar s’entretiendra avec l’auteur Vlad Ionescu.

LL