
Hana Miletic
Miverve, Vorst
Nog tot 7 juni 2025
1.
Vierhoog in een licht-rijkelijk appartement met panorama over Brussel, waarin de cyclus van de zon een spel speelt die het ritme van de seizoenen “programmeert”. Maud Salembier en Hana Miletic hebben gemeenschappelijk dat ze beiden leven in dit immense boemerang-achtige flatgebouw dat ooit – net zoals de Martini-toren aan het Rogierplein – bedacht was als een verdichte verticale stad waar tal van economische en andere diensten de ‘nabije’ dienst uitmaakten van een kwalitatieve plaats van wonen waar de stad wat verderop vooral cultureel en qua tewerkstelling de meerwaarde uitmaakte. Dat was in de post-oorlogse tijd dé utopie van architecten en urbanisten om het leven gemeenschappelijk te maken en te houden. Nu is dit daar alles voorbij op uitzondering van een tandartsen-praktijk en een lunchcafé in “La Magnanerie” en worden dit soort immense woon-complexen nog één van de weinige betaalbare plekken in de stad voor mensen met een bescheiden inkomen. De naam van dit woon-complex verwijst al meteen vertaald naar een “zijderupskwekerij” waar in de buurt ook moerbeibomen groeiden en zijderupsen werden gekweekt. We leren van Hana hoe brutaal het lot van deze rupsen was eens ze in kokend water worden ontdaan van hun gegeerde zijdegaren-cocon en als verminkte rupsen een hete dood werden ingejaagd. De tentoonstelling “One Door, Four Windows” is een juweeltje dat omzichtig en goed is bedacht én begeleid wordt door fijn onderzoek en relevante tekst. Dit soort intieme projecten zijn een welgekomen antidotum voor de steeds meer inspiratieloze en mateloos verkleuterende initiatieven in de gul gesubsidieerde ‘sector’, waar een gebrek aan onderzoek en intellectuele ernst én nieuwsgierigheid het officiële landschap méér en méér verschralen en onze achterstand met het buitenland alleen maar vergroten.
2.
Hana Miletic toont 5 werken die verwijzen naar 5 fotos. Het zijn foto’s van details van soms onhandige handelingen bij reparaties of onderhoud van gebouwen, urbane infrastructuur of van voertuigen. Als opgeleide documentair-fotografe weet Hana deze details goed en wel in beeld te brengen, op te slaan en te reserveren als een index voor haar textiele werk die ze steevast de titels “Materials” verleent. In die titels verwijst zij nauwgezet naar de methode, de verschillende gebruikte materialen, de kleuren en de exacte afmetingen. Haar werk wordt op die manier concreet qua fotografische verwijzing als naar het gebruik van veelal gerecycleerde garens als een statement over de massale wegwerp-logica in de textiel-industrie en ons on-kritisch gedrag ermee, waarbij in het Zuiden veel menselijk en ander leed wordt berokkend en verscholen blijft.
3.
Het werk van Hana oogt (uiteraard) heel kwetsbaar en voor anderen ‘poëtisch’, maar achter de ogenblikkelijke verleiding van haar werk neemt zij met het trage weef- en creatieproces afstand van de waan en de vluchtigheid van het beeld. Haar geduldige act van repareren en re-modelleren van een situatie van verval of breuk in een openbare context weet zij te transformeren tot een nieuwe op zich staande artistieke realiteit waarin het esthetisch herstel helemaal geen mystificatie wordt. Haar arbeid is één lange denk- en doe-beweging gebaseerd op een met een ander medium (fotografie) waargenomen ‘omstandigheid’ met ‘materials’ die ze overwegend haalt uit het aanbod van recyclage. Alle soorten garens die eens in een “compostioneel” verband ook met licht en de inval ervan hebben te maken. Op het appartement zijn dus 5 “Materials” te zien met uitzondering op de grote muur tegenover de machtige vensterpartijen omdat het bewegend avondlicht zich daar afspeelt als een weergaloze filmische vertoning. Het is mooi te zien hoe Hana hier het licht, de verglijdende nuances en de subtiele schaduwen als licht-product laat ‘zijn’ en haar werk hier uit de buurt houdt. Het licht dat ze dan zelf in haar “Materials “weet te vangen en wevend te fixeren door de introductie van onder andere licht-reflecterende garens – waardoor een haast verdubbelend picturaal ‘spel’ ontstaat dat als perceptie méér wordt dan wat zelfs een schilderij aankan… Het werk van Hana betovert het licht door het verweven van een gevoelige en fijne keuze van kleuren.
4.
Weven is het geven van tijd aan het proces van productie en staat haaks op machinale stuk-fabricatie. Haar weef-stukken verlenen een zichtbare vorm aan een geleefde en be-leefde tijd van maken. Het geduldig maken waarin de monotone verrichtingen leiden tot een soort automatisme als kiem voor contemplatie en het ervaren van geluk. Het appartement heeft een witte kleur en is naast een keuken schaars bemeubeld. De “Materials” zijn niet naar museale normen gemonteerd; de bezoeker moet (soms) letterlijk zoeken om de 5 werken te vinden en te zien. De kunstwerken gedragen zich als verstilde tekens aan de wand; in hun intieme concreetheid verwijzen ze naar de buitenwereld waar de dingen de prooi (kunnen) worden van de ‘publieke ruimte’ die anoniem blijft. De abstract-zinnelijke werken verwijzen hier naar vier “venstersituaties” en hangen er als abstracte tekens die inderdaad ons kunnen laten denken aan schilderijen met pasteuze of langgerekte vergtoetsen of stroken. Schilders zoals Nicolas de Staël en Pierre Soulages dwarrelen hier in de gedachten van de recente kunstgeschiedenis en op het muurtje naast de keuken zijn letterlijk de 5 bloedmooi gemonteerde strookjes bijna niet weg te denken bij het magistrale oeuvre van Niele Toroni die met zijn unieke stippen architectuur binnen en buiten oplaadt met een zonderlinge picturaal-signaliserende gevoeligheid . In een uitsparing waar ooit een deur zat, zijn langsheen de ‘nis’ stroken aangebracht die de gedachte aan herstel en zorg met nadruk oproepen. Deze hoek heeft iets abject, een allusie van een aantal wonden – tijdelijke reparaties van beschadigingen – en toch is de ‘ingreep’ ruw genoeg dat ze niet vervallen in verhalende en/of illustratieve ‘tekens aan de wand”. De werken van Hana zijn ‘materialities’; het zijn zorgvuldig geproduceerde weefsels die niet alleen de externe realiteit in- en uitademen maar ook de schoonheid van de gemanipuleerde materie laten zien én schitteren. In het begrip textiel zit het woord text en in de artistieke praktijk van Hana is de tekst het bindmiddel met de externe realiteit. De tekst is een mediërend middel ter remediëring van fotografisch gecapteerde sociale realiteiten in een esthetische ver-taling. Hana heeft een Kroatische achtergrond en weet haar eerste cultuur perfect in het licht te houden van het leven dat ze hier leidt. De referentie naar de vroege ervaringen in haar moederland kiemt de kunst die ze nu praktiseert pendelend tussen hier en daar. Op die manier zit in haar productie ook een impliciete reflectie verweven over de routes van textiel die rijkdom genereerden en economische verbondenheid. Hana wist ook met haar vroegere poëtische vilt-werken/installaties die ze aanmaakte met andere vrouwen, een gevoel van intense verbondenheid te creëren via het samen noest arbeiden aan vilt als één van de eerste vormen van textiel waarover ook bekende filosofen graag uitweidden….
5.
De artistieke praktijk van Hana houdt het midden tussen handwerk- en industriële tradities, waarin zachte gedachten stromen over gender, herstel, zorg en het verlangen om datgene wat is geschonden niet alleen letterlijk maar als een metafoor te beschouwen voor een wereld in een versnelde transitie van particulier naar een omgeving die meer en meer als standaard én globaal wordt ervaren. Haar geïnvesteerde tijd in creatie is niet evenredig met ons verlangen naar een harmonieuze wereld; haar tijd is het verzet om de wereld in een ritme te tonen die snelle behapbaarheid ondermijnt en ons bewust laat worden van een taal die ons via haar tranferts van fotografie naar weefwerk met de omgeving verbindt en koestert.
Luk Lambrecht
info via:
@minerve_brussels
One Door, Four Windows
Hana Miletić
Minerve, Forest
Jusqu’au 7 juin 2025
1.
Au quatrième étage d’un appartement baigné de lumière avec vue panoramique sur Bruxelles, le cycle du soleil orchestre un jeu qui « programme » le rythme des saisons. Maud Salembier et Hana Miletić ont en commun de vivre dans cet immense immeuble en forme de boomerang, conçu autrefois – tout comme la tour Martini place Rogier – comme une ville verticale densifiée où de nombreux services économiques et autres étaient intégrés dans une logique de proximité pour constituer un lieu de vie qualitatif, avec la ville, un peu plus loin, apportant la plus-value culturelle et professionnelle. C’était, à l’époque d’après-guerre, l’utopie des architectes et urbanistes : rendre la vie commune et la maintenir ainsi. Aujourd’hui, de cela, il ne reste presque plus rien, à l’exception d’un cabinet dentaire et d’un café-lunch dans « La Magnanerie ». Ces complexes résidentiels immenses sont devenus l’un des rares lieux encore abordables dans la ville pour les personnes à revenus modestes. Le nom de ce complexe renvoie d’ailleurs directement à une « élevage de vers à soie », jadis implanté dans le quartier où poussaient aussi des mûriers. Hana nous apprend à quel point le sort de ces chenilles était brutal, une fois jetées vivantes dans l’eau bouillante pour extraire leur précieux cocon de soie, les condamnant à une mort brûlante et mutilée.
L’exposition One Door, Four Windows est un petit bijou, finement pensée, accompagnée d’une recherche approfondie et d’un texte pertinent. Ce genre de projets intimes est un antidote bienvenu face aux initiatives toujours plus fades et infantiles du secteur artistique pourtant généreusement subventionné, où le manque de recherche, de rigueur intellectuelle et de curiosité assèche davantage le paysage artistique officiel, creusant notre retard face à l’étranger.

2.
Hana Miletić présente cinq œuvres en lien avec cinq photographies. Ce sont des clichés de détails montrant des gestes parfois maladroits de réparation ou d’entretien de bâtiments, d’infrastructures urbaines ou de véhicules. En tant que photographe documentaire formée, Hana capture et conserve soigneusement ces détails, qu’elle transforme en index pour ses œuvres textiles, toujours titrées Materials. Ces titres précisent la méthode, les matériaux utilisés, les couleurs et les dimensions exactes.
Son travail fait ainsi le lien entre l’image photographique et l’utilisation de fils souvent recyclés, comme un manifeste contre la logique du jetable dans l’industrie textile et notre comportement peu critique vis-à-vis de celle-ci, qui cause bien des souffrances humaines dans le Sud, souvent invisibles.
3.
Le travail de Hana apparaît (évidemment) très fragile, et pour certains « poétique », mais derrière cette séduction immédiate, elle prend de la distance avec l’instantanéité de l’image par un lent processus de tissage et de création. Ce geste patient de réparation et de remodelage d’une situation de dégradation ou de rupture dans l’espace public devient une nouvelle réalité artistique autonome, où la restauration esthétique n’est en rien une mystification. Son travail est une longue pensée-action, née d’une « circonstance » perçue à travers un autre médium (la photographie) et matérialisée avec des « materials » majoritairement issus du recyclage.
Toutes sortes de fils composent ses œuvres, parfois réfléchissants, jouant avec la lumière et ses variations. Dans l’appartement, on peut voir cinq Materials, à l’exception du grand mur face aux imposantes fenêtres, où le mouvement de la lumière du soir se joue comme une projection cinématographique inégalable. Hana laisse la lumière faire œuvre ici, laissant ses propres créations à distance. Mais dans ses pièces textiles, elle capture la lumière elle-même en tissant des fils réfléchissants, créant un jeu pictural presque double, qui dépasse même ce qu’un tableau traditionnel pourrait offrir.

4.
Tisser, c’est donner du temps au processus de création, à l’inverse de la production mécanisée. Ses pièces tissées matérialisent un temps vécu, un temps de fabrication. Ce temps patient, où les gestes monotones induisent un automatisme propice à la contemplation et au bonheur. L’appartement, blanc et meublé de façon sobre, hormis la cuisine, n’offre pas d’installation muséale classique : le visiteur doit parfois littéralement chercher les cinq œuvres.
Les œuvres se comportent comme des signes silencieux sur les murs ; dans leur intimité concrète, elles renvoient à l’extérieur, où les choses peuvent devenir proies de l’anonymat de l’espace public. Ces pièces abstraites, sensibles, évoquent ici quatre « situations de fenêtre » et s’accrochent comme des signes abstraits qui nous rappellent certains tableaux aux touches épaisses ou aux longues bandes colorées. Des peintres comme Nicolas de Staël ou Pierre Soulages viennent à l’esprit, tout comme, près de la cuisine, les cinq petites bandes parfaitement montées rappellent immanquablement le travail magistral de Niele Toroni, qui avec ses points uniques chargeait l’architecture d’une sensibilité picturale singulière.
Dans une alcôve où se trouvait autrefois une porte, des bandes sont disposées le long de la « niche », évoquant fortement l’idée de réparation et de soin. Ce coin a quelque chose d’abject, une allusion à des blessures – des réparations temporaires – mais l’intervention reste assez brute pour éviter le piège des récits ou des symboles trop illustratifs. Les œuvres de Hana sont de véritables materialities : des tissages soigneusement fabriqués qui respirent la réalité extérieure tout en révélant la beauté de la matière transformée.
Le mot « textile » contient le mot « texte », et dans la pratique artistique de Hana, le texte est le lien avec le réel. Il est le médium qui remédie à des réalités sociales captées photographiquement, pour en offrir une traduction esthétique.
D’origine croate, Hana éclaire sa première culture à la lumière de la vie qu’elle mène ici. Ses œuvres sont traversées par les expériences fondatrices de son pays d’origine, faisant germer l’art qu’elle pratique aujourd’hui, entre ici et là-bas. Ainsi, sa production contient aussi une réflexion implicite sur les routes du textile qui ont généré richesse et interdépendance économique.
Ses œuvres en feutre poétiques d’autrefois, créées avec d’autres femmes dans un travail collectif et laborieux, exprimaient déjà une intense solidarité, à travers un des premiers matériaux textiles qui a tant inspiré même les plus grands philosophes…
5.
La pratique artistique de Hana se situe à l’intersection de la tradition artisanale et de celle industrielle. Elle tisse des pensées douces autour du genre, de la réparation, du soin, et du désir de considérer ce qui est endommagé non seulement littéralement mais aussi comme une métaphore d’un monde en transition accélérée — d’un chez-soi vers un environnement devenu norme globale. Le temps qu’elle investit dans la création ne correspond pas à notre envie de monde harmonieux ; son temps est une résistance, une tentative de nous montrer un rythme qui s’oppose à l’immédiateté et qui nous connecte, grâce à son passage de la photographie au tissage, à notre environnement — et nous apprend à le chérir.
Luk Lambrecht
Info via :
@minerve_brussels
Poster un Commentaire