de wereld volgens Marcel Broodthaers
nog tot 4 oktober in Villa Empain
De mooie tentoonstelling, samengesteld door ere-directeur Centre Pompidou Alfred Pacquement handelt over de hedendaagse cartografie in de kunst en is een project waarin naast werk van bekende kunstenaars ook media-gewijs haast niet besproken parels van kunstwerken te (her)ontdekken zijn van onder meer Sol LeWitt, Rivane Neuenschwander, Cristina Lukas en Qiu Zhijie.
Een wonderbaarlijke setting met werk van Marcel Broodthaers (1924-1976) is van de vaste hand van Maria Gilissen, die als geen ander met zorg het legaat behoudt en levendig houdt van haar man.
In de context van een drukke groepstentoonstelling is er uiteraard geen tijd om lang stil te staan bij alle werken; laat staan bij het complexe, dense werk van Marcel Broodthaers én toch is die kleine M.B-hoek in de statige Villa een plaats waar talloze ideeën als visuele en sonore meridianen samenkomen tot een heerlijk ontregeld schema over de wereld. Een tollende wereld in kaart die zich vanuit ‘praktisch gebruik’ aandient als een formeel gelijnde afgeleide van iets wat wij als mens nu eenmaal niet kunnen vatten. De wereld, mijn wereld, onze wereld beeldt Marcel Broodthaers hier uit in alle mogelijke media zoals film, een puzzle, een atlas, tekeningen en een zich toegeëigende wereldkaart.
Hij verleidt de toeschouwer om mee te reizen maar laat in zijn gepuzzelde wereld welgeteld één puzzle-stukje achterwege; als een litteken en/of onooglijke, des-oriënterende mini-leegte die irriterend doet nadenken over dit piepkleine maar ‘monumentaal’ zichtbare plaats-verlies.
De wereld van Marcel Broodthaers is hier een geschonden en fictief wereldbeeld en verhoudt zich in deze prachtige mise-en-scène tot de andere werken zoals het magistrale “Carte du monde poëtique” (1968) waarin amper met één kleine pennentrek én toevoeging van welgeteld één letter de “carte du monde politique” verandert in “carte du monde poétique”.
De wereld ligt er uitgespreid bij en is de wereld niet; de wereld is hoogstens ‘abstract’ gerepresenteerd als een gedrukte vlakke, platte fictie. Hoe Marcel Broodthaers met een minimale toevoeging “een wereld van verschil” kon maken die de toeschouwer op slag laat dromen over een “utopisch” en andere wereld, brengt ons bij zijn fabuleuze ‘mini-atlas’ uit 1975. Het is amper 38mm bij 25mm groot met een veelzeggende titel “La conquête de l’espace. Atlas à l’usage des artistes et des militaires” Er staan 34 landen in afgedrukt zwart op wit als monochrome logo’s; totaal onbruikbare landkaarten en bovendien zijn alle landen allemaal gereduceerd tot één zelfde grootte/oppervlakte. Het atlasje reduceert/egaliseert fictief de (super)machten met de kleine niets te zeggende landen… Militairen willen sinds mensen-heugenis en onder impuls van allerlei drang naar imperialisme grondgebied uitbreiden. Dat doen de kunstenaars ook door hun mentale invloed en andere behendigheden aan te wenden in musea en op de kunstmarkt die ze beetje bij beetje proberen te (her)veroveren.
Zowel de ‘bubbelend’ milieu’s van de kunst en de militaire landsverdediging gebruiken graag het begrip “avant-garde” en meer specifiek in de beeldende kunst wordt sedert het eerste deel van de 19e eeuw de quotering “avant-garde” in het wild geplakt op kunst die vernieuwt en die op dat moment als ‘vooruitstrevend’ en dus kwalitatief én progressief wordt beschouwd. Het atlasje werd ook op één blad papier gedrukt dat in de villa als een editie tegen de muur prijkt. Wat mooi en knagend is het te zien hoe de surreële, verschrompelde machtsverhoudingen van het atlasje resoneren met de schools opgehangen “Carte Poétique”. Het symbool van de arend prijkt in alle glorie op de binnencover van het Atlasje; de arend als een weerkerend teken van oppermacht en controle in het oeuvre van Marcel Broodthaers.
De kunstenaar is per definitie een alerte en reiziger/avonturier die ons meevoert of ons in vervoering lokt op zoek naar schatten op eilanden die wij (nog) niet kennen, bezien in de lijn van het progressief “veroveren” van de ruimte – zoals zijn atlasje dat aangaf. En in het fantastische oeuvre van Marcel Broodthaers krijgen deze allusies van reizen een vorm via talrijke (insinuerende) objecten als een ‘buit’, die inspirerend-gradueel aanloopt van het ontdekken; het (vervolgens) exploiteren via het kolonialisme om tenslotte alles mercantiel en commercieel gerecupereerd te zien in het romantische, idyllische, fake in elkaar gezette (massa)toerisme. Palmen, exotische prenten, posters van nostalgisch ondergaande zonsondergangen, papegaaien… het zijn elementen/tekens in Broodthaers’s universum die daaraan op een complexe manier refereren. In een heel klein hoekje in de Villa wordt de intrigerende kortfilm “Un film de Charles Baudelaire” (1970) op dvd-drager vertoond.
Hier gebruikt Marcel Broodthaers het medium film voor een soort condens, compact referaat over fictie, ruimte, wereld, museum, cartografie in een film, getypeerd door anachronisme.
Charles Baudelaire maakte naar verluidt in1841 een ‘vervelende’ reis naar oa de Mauritius-eilanden – een reis waarin alleen de exotische vrouwen hem wat soelaas brachten. Broodthaers laat hem, gesitueerd in het jaar 1850 een zogenaamde en een tweede fictieve reis maken in een periode waarin nog helemaal geen sprake was van cinema. Hij laat Baudelaire reizen naar Celebes – in de 16 e eeuw een belangrijk handelscentrum.
De verveling waarvan sprake tijdens de reis van Charles Baudelaire vertaalt zich perfect in de film die zich uiterst beperkt afspeelt op een camera-bewegende beelden van een … wereldkaart. Talloze data verschijnen gaande van 03.01.1850 tot 17.12.1850 – een datum als een keerpunt waarop alle data opnieuw voor onze ogen rollen als een lus terug naar “af” naar de dag 03.01.1850. Op het keerpunt wordt plots het geluid hoorbaar van 12 klokslagen, het tikken van een metronoom en een kind dat “enfants non admis” proclameert. Tussen de in se niets zeggende data schuiven langzaam tegen de achtergrond van de wereldkaart de woorden voorbij zoals “Musée-Museum-darkness-mystery-silence-famine…”.
Hier “classificeert” Marcel Broodthaers op een a-spectaculaire, filmische wijze zoals een museum denkbeeldig functioneert als een beschermd schatten-eiland – dé wereld ‘ordelijk’ en overzichtelijk in kaart. Het museum brengt met stukken en brokken de culturele overblijfselen van de mensheid samen in een zo aanneembaar mogelijke display. Dat deze verhalen soms al te subjectief en kolonialistisch overkomen, wordt vandaag meer dan ooit ervaren als een taai te verbijten en te verteren been.
In Villa Empain vormen de twee met elkaar communicerende werken “Soleil Politique” (1972) en “Fig., fig., fig….” (1972) het sluitstuk van een machtige dialoog tussen een aantal aan geografie gelinkte kunstwerken. In “Soleil Politique” veegt Marcel Broodthaers op een bestaande educatieve plaat van het zonnestelsel de wereld gewoonweg weg met zwarte inkt.
Onze ‘kleine’ wereld letterlijk wegvegen op een wereldkaart of ze “militair’ vernietigen met een bom… realiteit en fictie liggen soms benauwend dicht bij elkaar.
Op de proportioneel ‘immense’ bol/zon voegde hij in handschrift naast “soleil” het woord “politque” toe. Dat kan uiteraard poëtisch worden gelezen en anno 2020 kantelt dit werk – met de serieuze mondiale klimaat-opwarmingen – in een andere apocalyptische richting. De zon onderhoudt de wereld; (ver)zorgt de wereld, een wereld die via Broodthaers’ visionaire zwarte inktveeg – vandaag – “het langzame” verdwijnen van de wereld visualiseert. In het andere, aanlokkelijke werk schreef hij over heel de wereldkaart de mededelingen “fig.”, waarmee Broodthaers volgens Maria Gilissen “tweeërlei” zinspeelde op de transformatie van de wereld: abstract staatkundig alsook via de mentale invloed en permanente, wispellturig-humane heroriënteringen.
Via een doorkijk of een matrijspoort is op het zelfde blad een sierlijk zeilschip te zien op een woelig klotsende zee…
Deze intense presentatie met werken van Marcel Broodthaers kan in de Villa Empain worden beschouwd als een bijzondere tentoonstelling in de ruim badinerende groeps-tentoonstelling.
Over dit puntgaaf gepresenteerde ensemble en algemeen over het oeuvre van Marcel Broodthaers schreef Maria Gilissen:
“Pas de statisme dans l’évolution. (…) Tout son travail est un enseignement”.
Luk Lambrecht
meer info www.boghossianfoundation.be
Poster un Commentaire