Grenzeloos

De expo van Laure Prouvost als  een wonderbaarlijk-wrang sprookje

De Pont Stichting Tilburg  > 18.O8.2024

De Pont blijft een heerlijke plek in Tilburg, goed weg-gedoken achter de ‘grotere’ Nederlandse kunststeden; waar een mens via het inmiddels enorme expo-aanbod in zijn/haar zenuwbanen de drang voelt alles en dus niets te zien. De Pont verademt.  

Laura Prouvost’s expo “In the mist of all above front tears” is een aangename, pretentieloze tentoonstelling geworden waarin zij niet hoogdravend te keer gaat over de stand van onze wereld, maar de urgente toestand wel laat aanvoelen door beeldend aan de slag te gaan met niet mis te verstane   tegenpolen. Zij zet het naderende einde en de waanzin van ons fossiele tijdperk tegenover de verdrongen dromen zoals wij die  bijvoorbeeld kennen van de voormalige (kunstenaars)-kolonies, waarbij het vrije leven onder elkaar en mét de natuur de utopie belichaamde van zorgeloos geluk. Dat al deze zoete  inter-menselijke experimenten een kort leven werden ‘beschoren’, zegt uiteraard iets over de mens zelf – eens in een paradijselijke context terechtgekomen is die  (soms) niet lang draaglijk en/of te verdragen.

Wij leven nu volop in een post-paradijs-tijdperk en deze (onheilspellende) gedachte stroomt (uiteraard) de kunst binnen.

(Een thema dat nu bijvoorbeeld,  weliswaar fluweelzacht wordt aangekaart in de context van de Triënnale van Kortrijk -Vlaanderen- die plaats vindt in het hart van een  commercieel handels & middenstand-paradijs).

Screenshot

Het visuele  op deze tentoonstelling in Tilburg  is overdonderend en start met ‘harde’ beelden van zware pijplijdingen die hier en daar de vloer in- en uitduiken van De Pont.  De massieve buizen lekken gitzwarte olie waarin allerlei smurrie en spullen ons  laten kijken als in een gore, zwarte spiegel omtrent ons wegkijkgedrag eens het over milieu en voluit consumeren gaat.

In één van de vele  fameuze wol-hokken van De Pont is zo een pijpleiding met knik te zien waaruit stoom wordt gepompt. Het is een enscenering die bij-blijft en die ‘co-entourage’ wordt voor de projectie op groot formaat van de video “Every Sunday, Grand Ma.”

Oma die vrij en zielsgelukking de hemel in-vliegt hoog boven het tranendal dat Laure Prouvost ensceneerde met de  zwartgallige trash als extentie van onze drift naar consumptie en gewin tegen elke prijs.

Deze magistrale film is een straf oplichtend contrapunt in deze brede, sombere  openingszaal waarin Laure bewijst dat ze één van de meest associatief-vrij werkende kunstenaars is van ‘haar’ tijd.

Halsreikende, sierlijke vogels als een soort kleurrijk hybride steltlopers palmen haar omringende, sprookjesachtige landschap in; een landschap dat zij naar haar hand zette via ondermeer  een slimme creatie van (architecturale) annexen bij en tegen de wolhokken. Hokjes  die veelal ervaren worden als een lange rij kleine galerietjes.

Zo wordt een hokje uigebreid met een gebogen muur die een panorama draagt van een indrukwekkend wandtapijt waarin Grand Ma figureert in een verhaal over migratie met vogels, bijen en flarden tekst. Schoonheid in dienst van en voor een (vage) strategie die een kritisch door-denken toelaat, wellicht iets te veel voor een publiek dat hier niet meteen (nog) moet worden overtuigd van de milieu-urgentie op onze aardbol.

Wat verderop is de méér dan indringende film “Shadow Does” te zien, waain een onschuldig kind vanachter een transparant doek, vertelt over de natuur en de vervuiling en over de manier waarop wij alles kunnen kopen en hebben ‘hier en nu’. Het kind  vertelt dat allemaal met een lichtjes hese stem aan haar Oma.

Laura Prouvost houdt van verhalen en heel wat ervan blijven ingebeeld op-gehangen aan dat van haar grootouders. Mooi om weten: haar Opa was een gefrustreerd conceptueel kunstenaar, bevriend met Kurt Schwitters ‘en zo gaat het verhaal dat hij uit het verhaal verdween toen hij vanuit zijn atelier in Engeland een tunnel naar Afrika groef en sedertdien verdween…”. Op de expo is een boeiend inkijk-model te zien van een museum ter ere van haar Grandad “GDM Grand Dad’s Visitor Center” (2014).

By the way Laure Prouvost heeft wel iets met taal en ver-taal-slagen – zij is geboren in Lille, studeerde in Engeland en woont in ons land. Ze werd in het begin van haar carrière bekend met kleine, soms absurdische tekst-schilderijtjes, wit op zwart waarvan er ééntje te zien is in een wolhokje met de tekst “this sign is already to migrate”- je leest het focus doorheen de opening van een heuse pijplijn-buis…

Er is veel te ontdekken op deze expo – je loopt zowaar letterlijk  in een vogel binnen waarin magische video-landschappen passeren terwijl je laag bij de grond uitrust op een zacht kussen. Eens hier buiten overrompelt Laure Prouvost onze blik met een enorm ingezakt wit zeil waar langzaam schaduwen passeren die een echo bieden van een als het ware overbelicht landschap waartussen ‘vreemde’ sculptuur-vogels eenzaam vegeteren en op de enorme rotsblokken zoete frambozen liggen die het publiek letterlijk kunnen in-pikken.

Een hangende mand nodigt uit die op het hoofd te zetten en te kijken in de VR-bril. De prachtige tuin van De Pont is het decor voor dit  filmpje met vrolijk met bloemen in de handen dansende (naakte) hedendaagse nimfen – aan het oog verschuivende beelden die meteen doen denken aan de eerder geciteerde kunstenaarskolonies… 

Als je achteraf bij mooi weer naar die tuin van De Pont wandelt,  wordt dit aanlokkelijk naïef erotische videootje pas écht ‘realiteit’ . Naast een fantastische ‘zijde-slaap-boom’ (ik zag nooit eerder zo een mooie boom …) –  ontspint zich een wilde bloementuin met kronkelende paadjes én intieme rust-oases met middenin een prachtig betreedbaar paviljoentje van wijlen de Amerikaanse kunstenaar Dan Graham waarin je deels (weliswaar zonder nimfen) wordt weerspiegeld in een ongeziene mid-zomer bloemenpracht.

Wat een mooi gebaar van Laure Prouvost om die ‘paradijselijke’ De Pont-tuin te integreren in haar merkwaardige tentoonstelling.

Vissen, vogels, vrouwen – alles lijkt met én tussen elkaar te migreren in één grote wolk/familie die helemaal niet de ernst van realiteit van de wereld wil afleiden/verdoezelen,  maar integendeel die wereld op een beklemmend actieve (ver)toont.

In een aantal vaste witte koten van De Pont bengelen heel veel in assemblages getransformeerde trash, tekeningen en andere wel overdachte én in elkaar geknutselde  klein-constructies. Hiertussen flaneert de bezoeker  in een wel-denkendheid tussen kunst en afval. Hier kan je zelfs via de ogen van een vogel kijkend ervaren hoe een vogel de vaste collectie ‘ziet’ die zich achter de witte muur bevindt…

Screenshot

De kunstproductie van Laure Prouvost is uniek in die mate dat haar oeuvre beschouwd kan worden als één groot verhaal waarin net zoals bij de Nederlandse kunstenaar Mark Manders er telkenmale ‘kamers/hoofdstukken’ worden toegevoegd. Op die manier weet Laure Prouvost zich als een ‘beeldend romancier’ te gedragen waarin de inspiratie zichzelf voedt, uitbreidt en uitbroedt.  Ze laat het publiek op kousenvoeten balanceren tussen fictie en realiteit en doet dat met kunst waarin haar handelende hand nog goed zicht- en voelbaar blijft. Hierin verschilt ze van de Franse kunstenaar Pierre Huyghe die ook met de verbeeldingsrijke grenzen tussen natuur en cultuur experimenteert,  maar hiervoor vooral (dure) wetenschappelijke apparatuur gebruikt en de controle van het kunstwerk toevertrouwt en uit handen geeft aan computers en machines.

Laure Prouvost weet haar visuele taal op te laden met poëtische geladenheid mede door haar peroonlijke divers-talige achtergrond zodat het doorbreken van allerlei barrières een organische manier van plastisch ageren wordt en blijft.`

Het siert De Pont kunstenaars de gulle mogelijkheden te bieden een universum te realiseren waarin een (breed) publiek zich kan verbazen, verwonderen en per slot van rekening (even) fundamenteel stil te staan bij de ferme rekening die ons wordt gepresenteerd over de manier waarop wij omgaan met ‘onze’ wereld.

Luk Lambrecht

www.depont.nl


Sans limites
L’expo de Laure Prouvost, un conte de fées merveilleusement ironique

Fondation De Pont Tilburg > 18.O8.2024

De Pont reste un endroit charmant à Tilburg, bien caché derrière les « grandes » villes d’art néerlandaises ; où, à travers l’offre désormais énorme de l’expo, on ressent dans son système nerveux l’envie de tout voir et donc de ne rien voir. De Pont expire.

L’exposition de Laura Prouvost « In the fog of all above front tears » est devenue une exposition agréable, sans prétention, dans laquelle elle ne se montre pas pompeuse sur l’état de notre monde, mais fait ressentir l’urgence de la situation en s’engageant visuellement dans des oppositions indubitables. Elle juxtapose la fin prochaine et la folie de notre ère fossile aux rêves refoulés que nous connaissons des anciennes colonies (d’artistes), par exemple, où la vie libre entre nous et avec la nature incarnait l’utopie d’un bonheur insouciant. Le fait que toutes ces douces expériences interhumaines aient été « éphémères » en dit long sur l’homme lui-même – une fois dans un contexte paradisiaque, il n’est (parfois) pas supportable et/ou endurable longtemps.
Nous vivons aujourd’hui pleinement dans une ère post-paradisiaque et cette pensée (inquiétante) se retrouve (bien sûr) dans l’art.

(Un thème qui est actuellement abordé, par exemple, tout en douceur, dans le cadre de la Triennale de Courtrai -Flandres- qui se déroule au cœur d’un paradis commercial et bourgeois).

L’aspect visuel de cette exposition à Tilburg est écrasant, à commencer par les images « dures » de lourds tuyaux qui plongent dans le sol de De Pont et en sortent ici et là. Les énormes tuyaux laissent s’échapper une huile d’un noir de jais dans laquelle se déversent toutes sortes de saletés et d’objets qui nous font nous regarder comme dans un miroir noir et sanglant et qui nous empêchent de regarder ailleurs dès qu’il s’agit d’environnement et de consommation à outrance.
L’un des nombreux et célèbres greniers à laine de De Pont, par exemple, comporte un pipeline tordu d’où la vapeur est pompée. Cette mise en scène ne vous quitte plus et devient un « co-entourage » pour la projection grand format de la vidéo « Every Sunday, Grand Ma ».
Grand-mère s’envole dans le ciel, libre et pleine d’âme, au-dessus de la vallée de larmes que Laure Prouvost a mise en scène avec les déchets basanés comme une extension de notre désir de consommation et de gain à n’importe quel prix.
Ce film magistral est un contrepoint très éclairant dans cette salle d’ouverture large et sombre, dans laquelle Laure se révèle être l’une des artistes les plus libres de « son » temps.
Des oiseaux gracieux, allongés sur la nuque, sortes d’échassiers hybrides colorés, palpent le paysage féerique qui l’entoure, un paysage qu’elle a façonné à sa guise en créant, entre autres, d’astucieuses annexes (architecturales) près et contre les greniers à laine. Des cabines qui sont souvent perçues comme une longue rangée de petites galeries.
L’un des box est prolongé par un mur incurvé qui offre un panorama sur une impressionnante tapisserie dans laquelle Grand Ma figure dans une histoire de migration avec des oiseaux, des abeilles et des fragments de texte. La beauté au service d’une stratégie (vague) qui permet une réflexion critique, peut-être un peu trop pour un public qui n’a pas (encore) besoin d’être convaincu de l’urgence environnementale de notre planète.
Un peu plus loin, on peut voir le film plus que pénétrant « Shadow Does », qui montre un enfant innocent derrière un écran transparent, parlant de la nature et de la pollution et de la façon dont nous pouvons tout acheter et tout avoir « ici et maintenant ». L’enfant raconte tout cela à sa grand-mère d’une voix légèrement rauque.

Laura Prouvost aime les histoires, et beaucoup d’entre elles restent imaginées, accrochées à celle de ses grands-parents. Bon à savoir : son grand-père était un artiste conceptuel frustré, ami de Kurt Schwitters « et l’histoire raconte qu’il a disparu de l’histoire lorsqu’il a creusé un tunnel vers l’Afrique depuis son studio en Angleterre et qu’il a disparu depuis… ». L’expo présente une fascinante maquette de musée en hommage à son grand-père « GDM Grand Dad’s Visitor Centre » (2014).
A propos, Laure Prouvost a un faible pour les langues et les batailles de langues – elle est née à Lille, a étudié en Angleterre et vit dans notre pays. Elle s’est fait connaître au début de sa carrière par de petites peintures-textes, parfois absurdes, en blanc sur noir, dont l’une est visible dans un cabanon de laine avec le texte « ce signe est déjà pour migrer » – on peut lire le point central à travers l’ouverture d’un vrai tuyau de canalisation….

Il y a beaucoup à découvrir à cette exposition – vous entrez littéralement dans un oiseau où des paysages vidéo magiques défilent pendant que vous vous reposez au ras du sol sur un oreiller moelleux. Une fois sur place, Laure Prouvost écrase notre regard avec une immense bâche blanche effondrée où les ombres passent lentement, offrant un écho à un paysage, pour ainsi dire, surexposé parmi lequel d’« étranges » oiseaux sculpturaux végètent avec nostalgie et des framboises sucrées reposent sur d’énormes rochers pour que le public puisse littéralement les picorer.
Un panier suspendu invite à le mettre sur la tête et à regarder dans les lunettes VR. Le magnifique jardin de De Pont sert de toile de fond à ce petit film où de joyeuses nymphes contemporaines (nues) dansent avec des fleurs dans les mains – des images qui changent le regard et qui rappellent immédiatement les colonies d’artistes citées plus haut…
Si l’on se promène ensuite dans le jardin de De Pont par beau temps, cette vidéo érotique d’une naïveté séduisante devient vraiment « réalité ». A côté d’un fantastique « arbre à sommeil de soie » (je n’ai jamais vu un arbre aussi beau …) – un jardin de fleurs sauvages se déploie avec des chemins sinueux et des oasis de repos intimes avec, au milieu, un magnifique pavillon de feu l’artiste américain Dan Graham dans lequel on peut entrer et dans lequel on se reflète en partie (mais sans nymphes) dans une splendeur florale inédite du milieu de l’été.
Quel beau geste de la part de Laure Prouvost que d’intégrer ce jardin « paradisiaque » de De Pont dans sa remarquable exposition.

Poissons, oiseaux, femmes – tout semble migrer avec et entre les autres dans un grand nuage qui ne veut pas du tout dissimuler le sérieux de la réalité du monde, mais au contraire montrer ce monde d’une manière oppressivement active.
Dans un certain nombre de chutes blanches permanentes de De Pont pendent de nombreux déchets, des dessins et d’autres petites constructions bien pensées et bricolées transformées en assemblages. Parmi ces objets, le visiteur se promène dans un espace de réflexion entre l’art et les déchets. Ici, on peut même expérimenter à travers les yeux d’un oiseau comment celui-ci « voit » la collection permanente qui se trouve derrière le mur blanc…

La production artistique de Laure Prouvost est unique dans la mesure où son œuvre peut être considérée comme une grande histoire dans laquelle, comme pour l’artiste néerlandais Mark Manders, des « pièces/chapitres » sont ajoutés à chaque fois. Laure Prouvost se comporte ainsi comme une « romancière visuelle » dans laquelle l’inspiration se nourrit, se développe et s’incube. Elle laisse le public se balancer entre fiction et réalité et le fait avec un art dans lequel sa main d’actrice reste clairement visible et tangible. En cela, elle se distingue de l’artiste français Pierre Huyghe, qui expérimente également les frontières imaginatives entre la nature et la culture, mais utilise principalement des équipements scientifiques (coûteux) pour ce faire et confie le contrôle de l’œuvre d’art à des ordinateurs et à des machines.

Laure Prouvost sait comment charger son langage visuel d’une charge poétique, en partie grâce à son expérience personnelle de la diversité des langues, de sorte que le franchissement de toutes sortes de barrières devient et reste un mode organique d’agitation plastique.
C’est tout à l’honneur de De Pont d’offrir aux artistes la généreuse opportunité de réaliser un univers dans lequel un (large) public peut être surpris, étonné et, après tout, (pour un moment) réfléchir fondamentalement à la facture ferme qui nous est présentée sur la façon dont nous traitons « notre » monde.


Luk Lambrecht
Traduction DeepL

www.depont.nl




Soyez le premier à commenter

Poster un Commentaire

Votre adresse de messagerie ne sera pas publiée.


*


Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.