Decor
tot 29 januari 2017
Villa Empain in Elsene is een gedroomde plek om tentoonstellingen te maken en er als publiek te genieten van kunst die zich met alle middelen wel moet reppen om tred te houden met de architectuur van Michel Polak. De perfecte proporties van de villa, de omringende tuin en het zwembad dat echt functioneert als een spiegel voor de architectuur én bezoekers vormen ferme uitdagingen voor kunstenaars en curatoren.
Alhoewel er in en aan de Villa Empain m.i. niet veel sprake is van “decor” wordt dit anders gepercipieerd door een geweldig trio curatoren Asad Raza, artistiek directeur van de Villa; Dorothea von Hantelmann – wat mij betreft één van de meest briljante kunsttheoretici én kunstenaar Tino Sehgal, één van de onovertroffen ‘luis in de pels’ kunstenaars van het afgelopen decennium.
Uiteraard wordt door de curatoren ingegaan op de ideeën van Adolf Loos die het ‘ornamentele’ zelfs gelijkstelde met “geestelijke ontaarding”. Vandaag onder de algemene noemer van “hedendaagse kunst” is dat wel anders geworden en zien de kunstenaars in de actuele “anything goes” golfbewegingen de kunstproductie helemaal vrij van wet en dictaat of hoe de decor-curatoren het zelf neerschrijven als “een hang naar en meer integrale vorm van esthetische beleving”.
De Villa werd gebouwd tijdens het Interbellum – 1930-1934 – de tijd van de Art Deco maar ook een periode waar het zaaigoed ontkiemde van recessie en dictatuur. De sierelementen in de Villa Empain zijn zeer sereen en eenvoudig. De gekozen kunstenaars hadden het dus niet makkelijk om in deze overweldigende context een antwoord te vinden op de présence van de architectuur.
Er was een tijd toen de kunsten inherent deel waren en bleven van de architectuur, én van onze omgeving – de kunst was niet zelden deel van de architectuur met o.a. muurschilderingen of binnenhuis-fonteinen en trap- en andere kunstzinnige omheiningen van staal.
In een begeleidende expo-tekst staat dit te lezen: “Waar een sierelement heel even de aandacht trekt en die vervolgens weer loslaat in de omgeving, trekt een kunstwerk de aandacht als een magneet en houdt het die vast”. Dit is ook een stelling ter discussie, omdat zelfs een kunstwerk in een huiselijke context ook snel niet meer wordt opgemerkt door de visuele gewenning. De kunst is autonoom en per definitie – indien niet ‘geïntegreerd’ nomadisch van ‘oorsprong’ – tenzij het werk komt te staan of te hangen in een museum – een plaats waar de toeschouwer met de nodige moeite erheen gaat met de intentie van de kunst te genieten.
“Decor” is een heel bijzondere tentoonstelling – vooral als de zon schijnt schittert de kunst in en tussen de ruimtelijkheid van de Villa.
Er zijn ronduit meesterwerken te zien in Villa Empain die door de curatoren perfect werden geplaatst alsof ze er al altijd waren geweest – dat bewijst dat bepaalde (autonome) kunstwerken zich ongezien aanpassen en ‘inschrijven’ in een vooraf niet te verwachten context.
Referentie & context
Een “tapijt” van lood van 5 m. X 5 m. ligt op de vloer van de centrale hal van de Villa; het is een werk uit de collectie van het Stedelijk in Amsterdam van de Amerikaan Carl Andre (1935), de meest invloedrijke beeldhouwer van na W.O.II. Deze sculptuur bestaat uit 100 identieke losse delen, is betreedbaar en niet site specific. Carl Andre is de eerste kunstenaar die een sculptuur niet beschouwde als een ding op een sokkel waarnaar wordt gekeken maar waarop de mens zelf en zelfs deel van wordt. De sculptuur van Carl Andre is een plaats; als het ware een podium waarop de toeschouwer één wordt met de sculptuur onder zijn voeten. Is dit decor; ik betwijfel het maar voor een curator/kunstenaar zoals Tino Sehgal is dit werk een sine qua non – een urgentie die alle clichés omtrent ‘decor’ letterlijk met de voeten treedt.
In een ander kamertje is werk van een andere obligate kunstenaar te zien, van Marcel Broodthaers (1924-1976). Zijn kunst staat nu volop in de aandacht met de grote reizende expo van MOMA, via Museum Reina Sophia in Madrid en later het Kunstmuseum in Düsseldorf. Van Broodthaers wordt een bijzonder fijn en krachtig ensemble gepresenteerd. In een eenvoudig lijstje tegen de muur zit – gedrukt op papier het sierlijk ogende woord ‘decor’ – als een soort statement over de kunst an sich en in casu bij Broodthaers een cruciaal begrip in zijn kunstproductie. Hiernaast staat een vitrine met erin een miniatuur-kanon van koper met in de loop ervan een piepklein opgerold papiertje met oa de vermelding ‘”Decor”. Het kanon verwijst “naar oorlog en politiek” naar avant-garde en … wellicht haar haar falen ? Alles haakt in het complexe oeuvre van Marcel Broodthaers in en bij elkaar. Een kanon was een deel van zijn expo in London, in 1974 – een tentoonstelling waarin hij zich bezig hield met kunst in en tussen conflict (oorlog) en comfort (museologie, vrije tijd). In deze expo in London stonden twee kanonnen op grasgroene tapijtjes als tekens van macht, als … ‘alternatieve’ arenden.
De setting deed denken aan een lokaal heimat-museum waar nostalgie en heroïsme de leegte van de setting moet verdoezelen. In Villa Empain wordt zijn werk in een ietwat geforceerde relatie gebracht met decoratieve memorabilia/restanten van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright.
Daniel Buren (1938) mocht in deze context niet ontbreken. Hij is de eerste die het begrip ‘in situ‘ consequent werkbaar maakte en dat betekent dat de plaats niet zomaar een plaats is om er een kunstwerk tijdelijk in te plaatsen, het er weer uit te halen en om het vervolgens op een andere plaats te installeren .
Voor Villa Empain toont hij nog eens het authentieke principe van ‘in situ‘ werk – de glazen achtergevel van de machtige Villa ‘decoreerde’ hij met kleurrijke vinylfolie – direct op het glas aangebracht. Op een zonnige dag is het een visueel festijn te zien hoe de kleuren de Villa binnendringen en grillige patronen afwerpen op de vloer.
Op 17 vensters bedacht Daniel Buren een schitterend transparant mozaïek – als een feest van kleur in potentieel licht dat kortstondig een symfonie van kleur wordt en nooit meer was en zal zijn dan op dat éne moment dat U beste toeschouwer dit mocht aanschouwen én ervaren.
Paradoxaal speelt Daniel Buren niet met de uniciteit van het kunstwerk maar met de uniciteit van de perceptie/ dito beleving!
Affiniteiten
Een ander hoogtepunt is de bijdrage van Dominique Gonzalez-Foerster die bekend is met haar sferische installaties waarin mogelijke poëzie de verbeelding aanstuurt van de toeschouwer. Ook zo in de Villa Empain met haar “Chambre (L’ inhumaine)” gebaseerd op een gelijknamige film van Marcel L’Herbier uit 1924. Het betreft een unieke, luxueuze slaapkamer-setting die als een “verlengde” wordt beschouwd van de inhoud van de film.
Ook de andere twee Franse kunstenaars- boezemvrienden van Dominique met name Pierre Huyghe en Philippe Parreno zijn hier van de partij ! Van fantast Pierre Huyghe wordt hier een aquarium getoond met een enorme zwevende rotsblok en waterdieren. Pierre Huyghe zoekt naar uitwegen tussen fictie en realiteit en naar omstandigheden waarbij de bezoeker met geest én body wordt betrokken in een ervaring van kunst waarbij de kunst niet als vast, gestold en passief iets wordt gerealiseerd. Philippe Parreno toont in een paar hoekjes van de Villa zijn “AC/DC” snake” objecten die bestaan uit op elkaar geplugde elektrische stekkers die ‘ons’ ‘s nachts met hun pover, pastel-gekleurd nachtlicht behoeden om ergens tegenaan te lopen.
Het feest tussen de bevriende kunstenaars-familie mét affiniteiten blijft in de Villa nadrukkelijk geaccentueerd. Van de ooit zeer succesrijke Cubaan Jorge Pardo komen de handgeschilderde keramische lampen, stoelen, tafel en fauteuil perfect overeen met het toenmalige verlangen van de meeste Art Deco architecten om ook naast de architectuur ook het interieur zelf in te richten.
Ook wiedes dat hier werk te zien is van Jeff Koons – een ietwat flets werk in de vorm van een spiegel met de acrylbekleding erop met het motief van een opblaasbare bloem. Dan maar beter de vaas met frisse bloemen (2003) van wijlen Jeroen de Rijke en Willem de Rooij. Een ruiker in een vaas geschikt met verse bloemen volgens de aanwijzingen van de kunstenaars.
Spiegelingen tussen oost en west
Een andere ader in deze toch wel spitse expo is het werk van Andy Warhol “Silver Clouds” dat bestaat uit dartel zwevende ballonnen van blinkend zilver die de ruimte weerspiegelen, manuele actie met de toeschouwers toelaten en als “sculptuur” nooit gefixeerd geraakt. Warhol kende in zijn “The Factory” de Iraanse Monir Shahroudy Farmanfarmaian (1924) van wie hier een prachtig werk hangt waarin de geo-islam invloed zielsmooi schittert en via de vele spiegeltjes de ruimte fragmenteert. Hier komt de as west-oost uitzonderlijk aan bod, dat is wellicht een teer punt voor een organisatie die zich juist via en met een Stichting in de Villa Empain wil profileren als een brug tussen Oost en West.
Eindigen doen wij met het werk van wijlen de Cubaanse kunstenaar Felix Gonzalez Torres. Zijn kralengordijnen hangen perfect in de centrale hall; organiseren deze ruimte met een “muur” waardoor men kan heen lopen. De fragiliteit van dit mooie werk dat ook al onderhevig is aan invallend licht is een mooie toevoeging aan de Villa – een efemere schutting – een gordijn als een afsluiting – een gordijn als een ding dat sensueel in de vingers ligt… !
“Decor” is een lekker complexe tentoonstelling met een meesterlijke selectie van kunstenaars die onderlinge affiniteiten koesteren – kunstenaars die zelden in ons land worden getoond maar die een stempel zetten op wat vandaag in één lange queeste nog vandaag als relevante kunst kan worden beschouwd.
Of de kunst in de Villa Empain nu echt echt als ‘decorief’ moet doorgaan en/of worden gedefinieerd is nog maar een kunstkritische vraag, omdat volgens deelnemend kunstenaar Daniel Buren alle kunst nu éénmaal en a priori decoratief is – willens nillens.
Luk Lambrecht
praktische inlichtingen:
illustration:
Villa Empain, façade arrière
Daniel Buren, Entrelacer, 2016
Travail in situ, Villa Empain, Bruxelles
Filtres colorés transparents, pour 17 fenêtres
Poster un Commentaire