Museum Voorlinden in de buurt van Den Haag en gelegen in een groene residentiële omgeving is redelijk gigantisch qua volume en nauwelijks zichtbaar in het uitgestrekte landschap.
De relatie modernistische architectuur met het omringende groen wordt hier bezegeld via de “altijd bloeiende tuinen” van ster-tuinarchitect Piet Oudolf. Het gigantische gebouw zelf lijkt wel een kruising tussen een luchthaven-loods en de Neue Nationalgalerie in Berlijn. Deze plek is een oase; een plaats waar het normale leven tijdens een urenlang bezoek even halt houdt en waar de ‘harde’ wereld heel ver weg lijkt.
Museum Voorlinden is een privaat initiatief dat geen verantwoording hoeft af te leggen in tegenstelling tot de gesubsidieerde wetenschappelijke musea. Het ‘onder elkaar’ tonen van kunstwerken is hier de taak nummer één; soms valt dat heel goed mee en soms zijn de constellaties het resultaat van onevenwichtige beweegredenen.
Een pluspunt in Voorlinden is de mix van het kunstaanbod van pakweg een periode van 50 jaar.
Minimal Art van Dan Flavin; een machtig stalen ros van Richard Serra, een schitterend eenvoudig en complex schilderij van de Amerikaan Robert Mangold en een sereen ensemble van de Franse kunstenaar François Morellet geven de toon aan van de opeenvolgende smaken en esthetische gevoeligheden vanaf de jaren zestig tot vandaag.
Tekenend als een metafoor voor de smaak-conjunctuur in de kunst, is de permanente installatie van Maurizio Catellan die met 2 piepkleine (functionerende) deurtjes – heel laag bij de vloer – alludeert op het al dan niet in de lift zitten van kunst op een bepaalde plaats en in een specifieke tijd.
Het confronterend hoogtepunt als focus van hyperrealisme en pop art is het monumentale ‘Couple under an umbrella” van Ron Mueck. Een oud koppel zit minzaam onder een enorme parasol als een snapshot/spiegel van menselijke vergankelijkheid.
Liefhebbers van cerebrale kunst zakken dan weer af naar een grote ruimte met tal van enorme werken van de Duitse kunstenaar Anselm Kiefer. Het is inderdaad ‘krabben achter de oren” bij het zien van zijn verweerde, grijze en doffe esthetiek die speelt met de Germaanse mythologie van voor de catastrofale Tweede Wereldoorlog. Het is literaire kunst die door vooral door omvang imponeert en tegelijk koude rillingen oplevert over een polemische kunstenaar die als kind werd opgevoed tussen het puin van de oorlog.
In de expo “Rendez-Vous” wordt kunst uit de vaste collectie getoond waarin de ontmoeting centraal staat; op zichzelf is de confrontatie met een kunstwerk altijd een dialoog en die hangt af van de gevoeligheid en de kennis van elke bezoeker. Soms komen werken bij elkaar vanuit formeel oogpunt; soms louter op decoratief vlak – de keuzes zijn niet erg onderbouwd en geven aan dat de curatoren (vooral) kijken vanuit het onschuldige oog van de modale museumbezoeker.
We pikken er een paar hoogtepunten uit.
William Kentridge is present met het machtige “Singer Trio” waar op een tafel 3 Singer-naaimachines zijn gemonteerd waarop telkens een kleine megafoon als in een simultane choreografie Zuid-Afrikaanse klaagliederen laat horen. De installatie laat de Duitse naaimachines opbotsen tegen de klaagzangen van de nog steeds achtergestelde zwarte gemeenschap in Zuid-Afrika. Het is een werk dat veel ander werk in Voorlinden passeert en overstijgt om de reden dat het kunstwerk zich in haar autonomie ont-wrikt en gelaagde inhoud wordt.
Een zelfde ongelooflijke kracht wordt een mens deel-zaam bij het zien van het kleine werk van Pablo Picasso. “L’étreinte” uit 1903 toont een gezichtsloos intiem in elkaar gewrongen koppel waarin de inhoudelijke uitkomst van het kunstwerk volledig op het conto valt van de toeschouwer. Eén volledige zaal wordt gevuld met een installatie van de Italiaanse Lara Favaretto. Dit recente werk bestaat uit tien uit confetti geperste kubussen die zich aandienen als een minimaal-kleurrijk landschap. Hier en daar is verbrokkeling van de kubussen merkbaar; de cohesie fragmenteert door erosie met de tijd…
Deze installatie kijkt letterlijk uit op het werk “Recovery” (2017-18) van de Canadese kunstenaar Jeff Wall. Het is een enorm werk van wel 4,5 meter breed dat bestaat uit een ingelijste inkjetprint. Zoals steeds bij Jeff Wall – die in 1972 als schilder het penseel inwisselde voor het fototoestel – zette hij zijn onderwerp mooi en exact in scène. “Recovery” is een heerlijke mix van referenties aan de moderne kunstgeschiedenis gecombineerd met een bizar fotografisch detail van een jong persoon die in een soort hallucinerende waan verkeert tussen en in het gemoedelijk tafereel dat gezet is in haast psychedelische kleuren. De combinatie van fotografie en schilderkunst met al die venijnige, giftige en tegelijk aanlokkelijke kleuren, “afgemaakt” in één print is een heel bijzonder en problematisch kunstwerk geworden.
De warrige jonge man zit als het ware helemaal en halsoverkop in een visioen – in een park, vlak naast de zee waar kinderen en volwassenen zich zorgeloos ontspannen, spelen en picknicken.
De compositie doet denken aan het Fauvisme en vooral aan de exotische schilderijen van Paul Gaugin. Net zoals de verwarde jongen in het werk worden ook wij door Jeff Wall ferm bij het nekvel genomen. Wij weten niet meteen wat wij zien en wat wij zien strookt niet helemaal met wat wij nu al decennia-lang van het werk van Jeff Wall verwachten. Jeff Wall is een meer dan erudiet kenner van de kunstgeschiedenis die met dit uitzonderlijke werk opnieuw zijn (eerste) liefde bekent tot de schilderkunst; alhoewel er geen spat verf te bespeuren valt op dit indrukwekkende kunstwerk. Over dit werk zei Jeff Wall: “I do not start from ideas. I start from a subject that might lead to a picture”.
In de Kabinetten van Voorlinden valt meteen een mooie reeks schilderijen op van Etel Adnan, inmiddels 95 jaar en die vanuit verschillende leef- en werkplaatsen in het Midden-Oosten en Californië perfect wist hoe zij met economisch gebruik van lijn en heldere kleuren, landschappen kon creëren die de schematische essentie ervan vatten.
Deze mooie reeks staat in de nabijheid van een zonderlinge kast van Shilpa Gupta. De kast vertoont als inhoud een reeks bronzen boekomslagen met gegraveerde zinnen uit gedichten.
Helemaal op het einde van “Rendez-Vous” is een machtig schilderij te zien van Brusselaar René Magritte “La Malédiction” (1931) vertaald “de vloek” – een volledig doek met naar onweer neigende gefixeerde wolken – niets meer en niets minder …
Een andere tentoonstelling met een zwak onderbouwd concept alludeert met de titel “Momentum” op dat eigenste moment waarop kunstenaars gestalte geven aan het spanningsveld dat zich vandaag voordoet in de wereld. Dat spanningsveld is amper en/of weinig te zien in de meeste (goede) kunstwerken op deze expo. Zelf hielden wij van een recente gezeefdrukte spiegel van Michelangelo Pistoletto, weliswaar begeleid van een ondermaatse publiekstekst… en van “The Magic Wand” van James Lee Byars. Een goudstaaf dobbert hoog en onbereikbaar op een barokke console. Wat een mooi, hemels werk over balans en fragiel evenwicht in onze wereld. Ander werk dat kan bekoren maar dat niet echt voldoet aan het thema van de expo zijn van de hand van Imi Knoebel, Sue Williams, Zoro Feigl, Robert Rauschenberg en van Edgar Fernhout.
Voorlinden is hele boterham met jonge en belegen kaas … en wie buiten op het malse grasveld naast de potige Hollandse Villa aan een kopje koffie nipt, verslikt zich zowaar bij het zien van een klassieke sokkel met het werk “Batopillo” (2005) erop van wijlen Panamarenko – die uitgerekend hier ‘zuil-vast’ een eerste monument ter ere valt.
Alle info voor een bezoek op reservatie via www.voorlinden.nl
Luk Lambrecht
25 juli 2020
Poster un Commentaire